De excursie naar de waterburcht van Pietersheim, slot Pietersheim in Lanaken en de landcommanderij Alden Bielsen in Bilzen. Men was dus in het Belgenland.
’s-Morgens werd vanaf het gemeenteplein te Eersel zo rond de klok van half negen v.m. vertrokken naar Lanaken bij een zomers weertje dat naargelang we Maastricht naderden alengs grijzer werd. Niet getreurd. Conform afspraak werden we om 10.00 uur in Slot Pietersheim ontvangen voor de koffie met gebak dat iedereen zich wel liet smaken, want intussen viel de regen met bakken neer. Als rechtgeaarde heemkundigen houden we de moed er in en om 11.00 uur wacht de gids de groep op voor de rondleiding over de Waterburcht. In de aankondigingen voor deze excursie is uitgebreid geschreven over de Waterburcht, Slot Pietersheim en ook Alden Biesen. In dit verslag beperken we ons tot de eigen ervaringen waarvan de toegevoegde foto’s getuigen. De reconstructie van de ruïne en de wijze waarop riep veel bewondering op. De presentatie in o.a. 3D films over ontstaan en de verdere geschiedenis van de Waterburcht was een prima hulpmiddel bij de verdere rondgang door en over de burcht, want wat zichtbaar was kreeg direct een blik van herkenning. Nadat men had genoten van de omgeving kon het gezelschap snel weer slot Pietersheim invluchten voor een voortreffelijke lunch, want de hemel was ons weer niet genadig.
Onder de lunch was te horen dat menigeen nog wel eens terug wil met kinderen en/of kleinkinderen en dat zegt al veel. Maar de dag was nog niet om. Klokke 14.00 uur kon men vanaf het parkeerterrein het indrukwekkende gebouwencomplex van Alden Biesen bewonderen en toen was men nog geeneens binnen. Lopende langs de Franse tuinen en via de toegangspoort kwam men op een geweldig groot binnenplein waar ontvangstzalen, receptie, congreszalen, toegang tot de kapel te vinden waren en in deze entourage was fotograferen van een bruidspaar een leuke afwisseling waarbij in een goede communicatie vanuit het gezelschap naar de mooie bruid vooral de goede wensen maar ook raadgevingen niet van de lucht waren. Via een andere toegangspoort kwam men bij de oprijlaan van het slot, waaraan ter weerszijden grote tiendschuren en ook weer congreszalen (vroegere stallen) waren gesitueerd. Via de poort van het slot kwam men in een wat intiemer plein dat regenvrij was gemaakt middels vier reusachtige paraplu’s. Vanwege deze regenvrije plaats zijn er dan ook regelmatig concerten en worden er hele opera’s uitgevoerd. In dit slot vinden we dan de vertrekken van de landcommandeur. In zalen, vertrekken, torenkamers en een reusachtige zolder vonden we schilderijen, meubelen en gebruiksvoorwerpen van landcommandeuren en andere leidende figuren. Een geschiedenis op zich en dan te bedenken dat het geheel grotendeels is uitgebrand in 1971. Na de Franse revolutie was alles geconfiskeerd en via vererving en verkopen uiteindelijk in handen van een eigenzinnige zeer arme vrijgezel. De particuliere eigenaar wilde het geheel wel verkopen en het kopende gezelschap uit Brussel warm onthalen. Deze eigenaar was dus een zonderling en het slot lag grotendeels vol mutsert takken. Bij het aansteken van enkele openhaarden ging het mis. Het slot vloog in de fik en het gezelschap werd warm zeg maar heet ontvangen. Gelukkig heeft de provincie het toch gekocht en voortreffelijk laten restaureren. Alden Biesen ligt er prachtig bij en is het bezichtigen de moeite waard. Momenteel veel in gebruik bij de provincie voor cursussen, congressen e.d. en wordt ook beschouwd als het belangrijkste toegangsgebouw van de Haspengouw, dat weer een 200 tal kastelen en kasteeltjes kent.
Zoals altijd was de tijd weer te kort, kreeg men alras dorst en na die gelaafd te hebben trok ons gezelschap vanaf 17.00 uur weer richting Eersel.
Alden Biesen is dagelijks geopend en voor gezelschappen zijn er rondleidingen over het gehele complex incluis de tuinen en men kan er na afspraak goed lunchen.
De bijgevoegde foto’s geven een indruk en laat u niet weerhouden om zowel Alden Biesen ( Bilzen) eens te gaan bezien alsook de Waterburcht Pietersheim te Lanaken.
Frans Teunis
(Foto’s Cor Horstink)