Bescherming | Gemeentelijk monument |
---|---|
Monumentnummer | 4.31.1.048 |
Categorie | Gebouwen, woonhuizen |
Oorspronkelijke functie | Woonhuis |
Huidige functie | Woonhuis |
Inschrijving register | 10 september 2002 |
Oorspronkelijk bouwjaar | 1932 |
Woonhuis uit 1932, gebouwd voor de heer A. van Diepenbeek naar ontwerp van architect Van Buul in interbellum-architectuur. Kenmerkend zijn onder andere de gebroken kap met overstek, de bakstenen gevels met trasraam en siermetselwerk in diverse kleuren baksteen, de meerruits bovenlichten met verspringende roedenverdeling.
Het vrijstaande pand bevindt zich in de kern van Eersel en is gesitueerd in de rooilijn aan de westzijde van de Willibrorduslaan (omstreeks 1927 aangelegd). Het mansardedak van het voorhuis heeft de nok loodrecht op de straat, evenals het zadeldak van het achterhuis. Het tegelijkertijd gebouwde hoenderhok achter het woonhuis is voor de bescherming van ondergeschikt belang.
De gemoderniseerde voortuin wordt van de straat gescheiden door een gemetseld laag muurtje. Van de beplanting uit de bouwtijd resteert een monumentale Amerikaanse eik aan de straatzijde.
Gedeeltelijk onderkelderde eenvoudige dorpswoning van één bouwlaag en zolderverdieping, bestaande uit een rechthoekig voorhuis en een lager en smaller achterhuis (dat ten opzichte van het voorhuis enigszins zijwaarts is verschoven). De bakstenen gevels zijn in kruisverband gemetseld en zijn voorzien van een hoog trasraam en een afsluitende uitgemetselde sierband (donkere baksteenlaag en een rollaag). De uitgespaarde muuropeningen worden afgesloten door strekse rollagen en kunststenen lekdorpels. Het trasraam, de rollagen boven de vensters en de afsluitende rollaag onder de dakrand zijn uitgevoerd in dezelfde kleur hardgebakken baksteen. De begane grond-vensters van het voorhuis hebben meerruits bovenlichten (verspringende roedenverdeling, geel kathedraalglas) en houten rolluiken. Alle ramen zijn voorzien van een weldorpel. Bij enkele ramen is de roedenverdeling verwijderd.
Het mansardedak van het voorhuis heeft de noklijn loodrecht op de straat. Het dak is gedekt met gesmoorde tuiles du Nord en watert af via houten bakgoten. Het dakoverstek aan de straatzijde is voorzien van windveren. In het linker dakschild is een vernieuwde bakstenen schoorsteen geplaatst. In beide dakschilden bevindt zich een modern tuimeldakraam. Het afgewolfde zadeldak van het achterhuis heeft de noklijn eveneens loodrecht op de straat en is ook met gesmoorde tuiles du Nord gedekt.
De asymmetrisch ingedeelde, twee traveeën brede voorgevel heeft in de rechter travee een ondiep ingangsportiek waarin een fraai bewerkte paneeldeur en een smal zijlicht. Het portiek wordt afgesloten door een kunststenen luifeltje. Het siermetselwerk onder de luifel bestaat uit afwisselend lagen van donkere tegels en lichtrode baksteen. Boven de luifel bevindt zich een bovenlicht dat bestaat uit vier kleine glas-in-loodraampjes. In de linker travee bevindt zich een breed driedelig kozijn met kalf, enkelruits onderramen en meerruits bovenlichten. De zolderverdieping telt twee rechthoekige vensters met stolpramen en meerruits bovenlichten. De topgevel wordt afgesloten door een diamant-vormig vlak met siermetselwerk in visgraatpatroon.
Het aan de voorgevel grenzende stoepje bestaat uit hardgebakken rode en zwarte tegels in dambord-patroon.
De linker zijgevel bezit aan de straat- en aan de achterzijde een rechthoekig venster met enkelruits onderraam en een meerruits bovenlicht.
In het trasraam in de rechter zijgevel bevindt zich een kelderlicht met tweeruits valraam en diefijzers.
De achtergevel van het voorhuis heeft rechts in de eerste bouwlaag een dubbele tuindeur met meerruits bovenlichten (was oorspronkelijk een venster met tweedelig kozijn). Links hiervan sluit het achterhuis aan. De zolderverdieping telt één enkelruits raam en een tweedelig kozijn met enkelruits ramen; beide met kunststenen lekdorpels.
Het rechthoekige achterhuis heeft bakstenen gevels in kruisverband. Het hoge trasraam wordt afgesloten door een strekse rollaag. In het achterhuis zijn enkele vensteropeningen van verschillende afmetingen uitgespaard, waarin meerruits ramen, een w.c.-raampje en een tweedelig kozijn ter plaatse van de keuken. De lekdorpels zijn uitgevoerd in baksteen. De opgeklampte achterdeur is voorzien van zes ruitjes. Twee lage staldeurtjes zijn dichtgemetseld. In de topgevel aan de achterzijde bevindt zich een zolderluik. Het aan de zijde van het voorhuis afgewolfde zadeldak is gedekt met gesmoorde tuiles du Nord en watert aan één zijde af via een bakgoot.
De ruimtelijke indeling van het woonhuis is nog intact en bestaat uit kamers-en-suite in de brede linker beuk, en in de rechter beuk een gang met trappenhuis en kelder. In de zolderverdieping zijn de slaapkamers ondergebracht. Het achterhuis biedt plaats aan de keuken, en in de oorspronkelijke vorm een schuurtje met twee stalruimtes (thans een berging en sanitaire voorzieningen).
Het woonhuis bezit een groot aantal oorspronkelijke interieurelementen, zoals een terrazzo-vloer in de gang, een houten trap met bewerkte trappaal, spijlen en geprofileerde handlijst, diverse paneeldeuren met geprofileerde omlijstingen, schuifdeuren met gekleurd glas-in-lood in de kamers-en-suite, een kleine houten hoekschouw met flankerende vitrinekast (paneeldeuren met ovale houten deurknoppen) in de keuken.
Het vrijstaande hoenderhok heeft bakstenen gevels in halfsteensverband met een bloktandlijst, vier zesruits ramen, een opgeklampte deur en een lessenaardak.[1]
HistorieIn 1932 koopt Augustus Aloysius van Diepenbeek (geb. 6-6-1891 te Halaer (B), overl. 30-11-1933 te Eersel), een gemeente-arbeider / metselaar uit Eersel, een stuk grond aan de Willibrorduslaan van de Woningbouwvereeniging ,,Sint Willibrordus”. Hij bouwt er nog datzelfde jaar een huis op, maar overlijdt kort daarop in 1933. De weduwe Maria Catharina van de Velden (geb. 30-3-1891 te Achel (B) ) blijft in het huis wonen, maar in 1960 wordt het verkocht aan Wilhelmus Hendrikus Noten, een molenaar. Die verkoopt het op zijn beurt aan Wilhelmus A.M. van der Ceelen en zijn vrouw Christina M.J.T. van Gerwen.[2]
WaarderingHet object heeft architectuurhistorische waarde
- als typologisch goed voorbeeld in in- en exterieur van een dorpswoning uit 1932 naar ontwerp van architect Van Buul in interbellum-architectuur, waarvan de hoofdvorm, detaillering, gevel- en interieurindeling vrijwel gaaf bewaard zijn gebleven;
- vanwege de esthetische kwaliteiten van het ontwerp, zoals de voor deze bouwstijl karakteristieke metselwerk-accenten, het gebruik van meerdere kleuren baksteen, de gebroken kap met overstek en de verspringende roedenverdeling in de bovenlichten;
- vanwege het grote aantal behouden interieurelementen, zoals een terrazzo-vloer, een bewerkte trappaal, paneeldeuren, schuifdeuren met gekleurd glas-in-lood, een hoekschouw met vitrinekast.
Het object heeft stedenbouwkundige waarde
– vanwege de situering aan de Willibrorduslaan, die als nieuwe verbindingsstraat tussen de oudere Kerkstraat en Nieuwstraat duidelijk verbonden is met de uitbreiding van de dorpskern gedurende het interbellum.[3]
AfbeeldingenFoto Winfried Thijssen (2023-12).
Voetnoten[1] Beschrijving uit Omschrijving monumenten door Gelders genootschap, datum omschrijving november 1996, met enkele aanpassingen waaronder het bouwjaar.
[2] Uit gegevens van het kadaster, gemeente Eersel, sectie F, 1832-1980, aangevuld met gegevens uit de burgerlijke stand van de gemeente Eersel, RHCE.
[3] Waardering uit Omschrijving monumenten door Gelders genootschap, datum omschrijving november 1996, met aanpassing van het bouwjaar.