Bescherming | Gemeentelijk monument |
---|---|
Monumentnummer | 4.16.2.001 |
Monument naam | Stevertse watermolen |
Categorie | Agrarische gebouwen |
Oorspronkelijke functie | Watermolen |
Huidige functie | Buiten gebruik, berging |
Inschrijving register | 10 september 2002 |
Oorspronkelijk bouwjaar | 1745 gaande werk, houtconstructie; 1878 gietijzeren as, waterrad; 1989 gebouw |
Deze voormalige door waterkracht aangedreven korenmolen bevindt zich in de agrarische buurtschap Stevert ten zuidoosten van de kern Steensel, en is gesitueerd aan de westzijde van de weg Stevert. De molen stond op de noordelijke oever van het thans verlegde en rechtgetrokken riviertje de Run. Niet alleen de oorspronkelijke waterloop naar het rad, maar ook het houten dijkwerk om het water binnen de bedding te houden en de molenvijver zijn verdwenen. Het rad staat derhalve nagenoeg droog.
De oudste thans bekende vermelding van de Stevertse watermolen is te vinden in de Bossche Protocollen van 1349-1350. In 1702 werd de molen grotendeels verwoest door de Franse en Spaanse troepen. Het gebouw was tot in de twintigste eeuw in hout opgetrokken. In 1928 werd de molen in opdracht van J. van Grootel versteend ten behoeve van zijn graanmaalderij (twee bouwlagen met zadeldak op rechthoekig grondplan). In 1989 is dit gebouw vervangen door de huidige (een bouwlaag lagere) gemetselde nieuwbouw met carport. Een gedeelte van het metselwerk uit 1928 is bij het waterrad behouden.
De bescherming van deze voormalige watermolen is met name gericht op het gaande werk (het mechaniek) dat gedateerd is “ANNO 1745”.
Bijgebouw van één gemetselde bouwlaag en zolder met pannen zadeldak op rechthoekig grondplan. De hoek aan de woonhuiszijde is opengelaten en in gebruik als autostalling.
In de korte zuidgevel is een kleine muuropening uitgespaard waar doorheen een horizontale as steek. Aan deze as is een ijzeren onderslagrad met houten schoepen bevestigd. De gietijzeren as van het waterrad is voorzien van de ingehakte inscriptie: “I.v. GROOTEL 1878”. Het stalen rad zal waarschijnlijk even oud zijn.
Het mechaniek bestaat uit een groot verticaal geplaatst aswiel, een horizontaal spoorwiel met aan de onderzijde een schijfloop, een tweede schijfloop terzijde van het spoorwiel en een maalgang daarboven. De houten draagconstructie bestaat uit stijlen, schoren en balken. Een balk bezit aan de voorzijde de ingekorven en gedeeltelijk aan het oog onttrokken inscriptie: “ANNO 1745” (de ‘NN’ zijn onderste boven geschreven en de ‘4’ gaat schuil achter de linker trapboom). Oorspronkelijk was de constructie uitgerust met één koppel stenen en later werd hieraan een tweede toegevoegd. Thans is hiervan één koppel bewaard gebleven en is aan de rechterkant een motorkoppel toegevoegd.[1]
HistorieDe historie van het eigendom van de molen loopt logischerwijze bijna helemaal gelijk met de historie van het huis van de molenaar, Stevert 22. In 1832, bij de start van het kadaster, behoorde de molen toe aan molenaar Willem van Grootel (geb. Stratum 1777, overl. Steensel 7-1-1852). Als hij in 1852 overlijdt, dan komt de molen toe aan zijn echtgenote, Elisabeth van Moorsel (geb. Mierlo 1776, overl. Duizel 10-11-1860) en zijn zoon Johannes van Grootel (geb. Steensel 11-4-1819, overl. Steensel 27-10-1898). Johannes is ook molenaar op de watermolen. Na de dood van zijn moeder in 1860 wordt hij de enige eigenaar van de molen. Als hij in 1898 zelf overlijdt wordt zijn zoon Michiel van Grootel (geb. Steensel 17-10-1858, overl. Steensel ca.1923) de nieuwe eigenaar. Ook hij is molenaar. Na het overlijden van Michiel erft zijn zoon Joannes van Grootel (geb. Steensel 30-11-1886, overl. Oirschot 22-11-1943) in 1923 de molen. Ook hij heeft het beroep van molenaar op de watermolen net als zijn voorouders. In 1928 vindt volgens de gegevens in het kadaster een verbouwing plaats. In werkelijkheid is dat dus het moment dat de toen nog houten molen uit baksteen herbouwd wordt. Na die verbouwing is er naast de molen sprake van een pakhuis en een schop. In 1939 wordt er nog een kantoor bijgebouwd. In 1944 wordt er nog meer gebouwd, waarschijnlijk een uitbreiding van het pakhuis of kantoor. Op dat moment werd er al niet met op waterkracht gemalen, maar op elektrische aandrijving. In 1968 werd een gedeelte vernieuwd. Begin jaren zeventig komt de molen op naam van Elisabeth van Grootel (geb. Steensel 1-5-1925).[2]
WaarderingHet object heeft cultuurhistorische waarde
- als een in oorsprong middeleeuwse watermolen waarvan de eerste vermelding is terug te vinden in de Bossche Protocollen van 1349-1350, waarvan de inpandige houtconstructie dateert uit 1745 en de gietijzeren as van het waterrad is voorzien van de inscriptie “I.v. GROOTEL 1878”. Vanaf de middeleeuwen tot in de twintigste eeuw is op deze plaats aan het riviertje de Run een door waterkracht aangedreven korenmolen gevestigd geweest (thans buiten gebruik).
- Als graanmolen is het object eeuwenlang in hoge mate verbonden geweest met de agrarische ontwikkeling en de plaatselijke voedselvoorziening. Met name het mechaniek betreft een bijzondere uitdrukking van de technische ontwikkeling ten behoeve van het malen van graan. Als zodanig heeft het betekenis voor de geschiedenis van het agrarisch bedrijf en de techniek.[3]
De Stevertse watermolen vóór 1928 in een houten gebouw. Foto collectie Frans Huijbregts / HSK De Acht Zaligheden.
De watermolen in 1968 met het stenen gebouw uit 1928. Foto J.A. Heijdra, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / 116.506.
In 1981 staat het oude gebouw uit 1928 er nog. Foto Wies van Leeuwen, collectie BHIC, nr. PNB001016313.
Foto Winfried Thijssen (2003-05).
Voetnoten[1] Beschrijving uit Omschrijving monumenten door Gelders genootschap, datum omschrijving maart 1997.
[2] Uit gegevens van het kadaster, gemeente Duizel en Steensel, sectie B, en Eersel sectie K, 1832-1980, BHIC, aangevuld met gegevens uit de burgerlijke stand van de gemeente Duizel en Steensel, RHCE.
[3] Waardering uit Omschrijving monumenten door Gelders genootschap, datum omschrijving maart 1997.