Bescherming | Gemeentelijk monument |
---|---|
Monumentnummer | 4.27.9.003 |
Monument naam | Schoolhuis |
Categorie | Gebouwen, woonhuizen |
Oorspronkelijke functie | Onderwijzerswoning |
Huidige functie | Woonhuis |
Inschrijving register | 10 september 2002 |
Oorspronkelijk bouwjaar | 1912 |
Op 1 mei 1909 besloot de toenmalige gemeenteraad van Duizel-Steensel tot de bouw van een schoolgebouw (2 leslokalen en een gymzaal) met flankerende schoolmeesterswoning in Duizel ter vervanging van de oude school (1 leslokaal) aan de Kruisstraat. De schoolmeesterswoning kwam omstreeks 1912 gereed voor een bedrag van ƒ 4.890,– en werd uitgevoerd in overgangsarchitectuur. Kenmerkend voor deze bouwtrant is de gemengde toepassing van historiserende bouwstijlen zoals de neorenaissance, in combinatie met invloeden van de meer eigentijdse chalet-stijl en de Art Nouveau: horizontale gevelgeleding, gebruik van meerdere kleuren baksteen in de segmentbogen en boogvelden, dakoverstek met sierspanten, asymmetrische hoofdvorm met zijrisaliet, smeedijzeren sierankers. Het vrijstaande pand bevindt zich aan de rand van de oude kern van Duizel, en is gesitueerd in de rooilijn aan de noordzijde van de Meerstraat. De hoofdingang rechts van de zijrisaliet (thans een venster) is verplaatst naar de rechter zijgevel (nieuw ingehakt). De tuin is gemoderniseerd. De voortuin wordt van de straat gescheiden door een eenvoudig smeedijzeren hek.
Woonhuis van één en twee bouwlagen met zolderverdieping op rechthoekig grondplan met een geringe gevelvoorsprong aan de linker voorzijde. Het éénlaags achterhuis is smal en langgerekt. De bruin-rode bakstenen gevels met trasraam zijn in kruisverband gemetseld. De uitgespaarde muuropeningen worden afgesloten door blinde segmentbogen en hardstenen lekdorpels met afgeronde hoeken. De bovendorpels zijn bekleed met geknipte loodslabben. De segmentbogen van het voorhuis zijn uitgevoerd in rode baksteen en hebben imitatie geboorte- en sluitstenen in gele baksteen. Alle boogvelden zijn gevuld met siermetselwerk in rode en gele baksteen. Ter hoogte van de verdiepingsvloeren bevinden zich rechte ankers. De ankers in de voorgevel zijn uitgevoerd in Art Nouveau-stijl.
Het schilddak van het voorhuis heeft de nokrichting evenwijdig aan de straat. De nokuiteinden worden gemarkeerd door een bolpiron. De tweelaags linker beuk heeft aan de voor- en achterzijde een aankapping met overstek: geprofileerde windveren, eenvoudig sierspant en beschoten geveltop. Het dak is belegd met rode tuiles du Nord pannen en watert af via bakgoten op doorgestoken en bewerkte sporen.
De dakschilden aan de voor- en rechterzijde bezitten elk één houten dakkapel (stolpraam, pannen lessenaardak). Het langgerekte zadeldak van het achterhuis is eveneens gedekt met rode tuiles du Nord dakpannen en watert af via een op de muur gelegde bakgoot.
De asymmetrisch ingedeelde voorgevel wordt horizontaal geleed door banden van oranje bakstenen ter hoogte van de onder- en bovendorpels. De zijrisaliet aan de linker zijde bezit in de eerste bouwlaag twee hoge stolpramen met tweedelige bovenlichten, en in het midden van de tweede bouwlaag een dito raam. Rechts van de zijrisaliet bevindt zich ter plaatse van de oorspronkelijke hoofdingang een T-raam met tweedelig bovenlicht. Het iets bredere venster rechts hiervan heeft een T-schuifraam met tweedelig bovenlicht.
De begane grond van de linker zijgevel wordt aan het zicht onttrokken door het belendende dorpshuis. Daarboven is het metselwerk in halfsteensverband opgetrokken.
De rechter zijgevel heeft aan de straatzijde een T-schuifvenster van hetzelfde type als in de voorgevel. Rechts hiervan is een niet oorspronkelijke ingang ingehakt. De ingang bestaat uit hardstenen dorpel en neuten, een paneeldeur met vellingen en een verticaal kijkraam met smeedijzeren rooster, een tweedelig bovenlicht dat wordt afgesloten door een rollaag.
De onregelmatig ingedeelde achtergevel bezit in de eerste bouwlaag een ingang met aan weerszijden een hoog venster. De ingang bevindt zich in het verlengde van de oorspronkelijke hoofdingang van de voorgevel en bestaat uit hardstenen dorpel en neuten, een paneeldeur met ruiten in de bovenpanelen, een geprofileerd kalf en een tweedelig bovenlicht. Het linker venster bevat een T-schuifraam met tweedelig bovenlicht, het rechter een stolpraam met tweedelig bovenlicht. Onder het linker venster bevindt zich een koekoek. De over twee bouwlagen opgetrokken rechter beuk bezit in de verdieping een dito venster met stolpraam. Het hierop aansluitende achterhuis bezit van links naar rechts een vernieuwde achterdeur, een klein vierruits raampje, een breed zesruits raam, een opgeklampte staldeur van kraaldelen, een vierruits raam (bovenste helft uitgevoerd als valraam), een dito staldeur en vierruits raam.
De ruimtelijke indeling van het interieur is enigszins gewijzigd toen de hoofdingang verplaatst werd van de voorgevel naar de rechter zijgevel. De oorspronkelijke indeling met vertrekken aan weerszijden van een centrale gang maakte plaats voor een dwarsrichting. De oorspronkelijke situatie is nog herkenbaar aan de gedeeltelijk behouden tegelvloeren. In het woonhuis bevinden zich diverse bewerkte paneeldeuren. De houten deur- en vensteromlijstingen zijn eveneens gesneden.[1]
HistorieIn 1899 wordt de in Woensel geboren Antonius van Tuijl benoemd tot hoofdonderwijzer in Duizel. Hij treft daar echter een klein schoolgebouwtje en een slecht onderhouden onderwijzerswoning. Hij kreeg het gedaan dat er in 1912 een nieuwe twee-klassige school met gymnastiekzaal werd gebouwd en vast daaraan staande een schoolhuis. In 1916 vertrok hij echter naar Enschede om als ambtenaar van het Centraal Bureau van het Nederlandsch Landbouwcomité te gaan werken.[2]
Zoals al eerder is aangegeven werd in 1912 de school met aangebouwd schoolhuis gebouwd. Het betreft hier de openbare school, dus de gemeente Duizel c.a. was de eigenaar. In het midden van de jaren twintig mogen ook bijzondere scholen opgericht worden, maar in de gemeente Eersel worden de scholen pas in 1928 omgezet naar rooms-katholieke scholen. De school en het schoolhuis van Duizel worden verkocht aan de rooms-katholieke kerkgemeenschap van Duizel. Die zal eigenaar van de school en het schoolhuis blijven tot 1959 en waarschijnlijk hebben de achtereenvolgende schoolhoofden het huis bewoond. In 1959 wordt de school verzelfstandigd en wordt formeel het hoofd der school, op dat moment Lambertus Petrus Janssen, de nieuwe eigenaar. Aanvankelijk woont hij ook in het schoolhuis, maar in 1973 bouwt hij een nieuw huis op Meerstraat 19 en wordt het oude schoolhuis als jeugdlokaal in gebruik genomen. In 1974 wordt het vervolgens verkocht aan Alexander Abels, wiskundige, en zijn vrouw Marianne Wennekes. Zij verkopen het vervolgens in 1982 aan Egbert van Vught, accountant, en zijn vrouw Johanna Kivits.[3]
WaarderingHet object heeft architectuurhistorische waarde
- als goed en redelijk gaaf voorbeeld in exterieur van een aanzienlijk woonhuis uit 1912 in overgangsarchitectuur (het enige voorbeeld in Duizel);
- vanwege de esthetische kwaliteiten van het ontwerp, zoals de karakteristieke ornamentiek en het goede materiaal- en kleurgebruik.
Het object heeft stedebouwkundige waarde
- als essentieel onderdeel van de historisch gegroeide dorpskern Duizel, waarin het woonhuis door zijn verschijningsvorm en omvang een beeldbepalende rol speelt.
Het object heeft cultuurhistorische herinneringswaarde
- als voormalige schoolmeesterswoning, welke bestemming verbonden is met de ontwikkeling van het onderwijs in de gemeente Eersel in casu het bijzondere lagere onderwijs in het dorp Duizel.[4]
School en schoolhuis (rechts) van Duizel in de twintiger jaren. Foto collectie Gaston Remery / HSK De Acht Zaligheden.
Meerstraat 4 in 1981. Foto Wies van Leeuwen, collectie BHIC, nr. PNB001016257.
Foto Winfried Thijssen (2023-04).
Voetnoten[1] Beschrijving uit Omschrijving monumenten door Gelders genootschap, datum omschrijving februari 1997.
[2] Ven, Jan van de, m.m.v. Sandra Hakkens, “Jacobs en Van Tuijl …”, Rosdoek nr.180, december 2021.
[3] Uit gegevens van het kadaster, gemeente Duizel en Steensel, sectie A, 1832-1980, BHIC.
[4] Waardering uit Omschrijving monumenten door Gelders genootschap, datum omschrijving februari 1997.