Bescherming | Rijksmonument |
---|---|
Monumentnummer | 14570 |
Monument naam | Mariakapel |
Categorie | Kerkelijke gebouwen |
Oorspronkelijke functie | Kapel |
Huidige functie | Kapel |
Inschrijving register | 5 mei 1967 |
Oorspronkelijk bouwjaar | 1464 |
Eenvoudig zaalkerkje met driezijdige afronding aan de oostzijde uit 1464. Ingang in de westgevel, eenvoudige steunberen aan de westgevel en inwendig een houten tongewelf. In het torentje een klok, in 1717 gegoten door Mamees Fremy. Vanaf 1662 in gebruik als raadhuis. Na restauratie in 1957 werd het weer als kapel ingericht, zandstenen delen van ramen uit 1919 bleven gehandhaafd. Ook werden zes glas in lood ramen geplaatst van de Maastrichtse kunstenaar Daan Wildschut en later in 1970 nog een zevende.
HistorieDe huidige kapel op de Markt is gesticht in 1464, maar heeft vele verbouwingen ondergaan. In de stichtingsakte uit 1464 van Lodewijk van Bourbon, bisschop van Luik, staat: Hendrik van Eyck uit Duizel, verzoekt de stichting van een kapel, die op de plaatse van Eersel materieel gebouwd is en waarvoor wijlen Hendrik Haengreffs bij testament een jaarlijkse rente van 4 mud rogge had vermaakt ter ere van de heilige Maria, Catharina, Antonius en Nicolaas. De bisschop heeft kerkrechtelijk een bestaand gebouw verheven tot kapel met een altaar, waaraan vaste inkomsten verbonden waren.
In 1203 deed de graaf van Gelre afstand van zijn aanspraken op de Kempen, ten gunste van de hertog van Brabant. De hertog heeft daarna, zeker vanaf 1254, Eersel tot regionaal centrum binnen de Meierij van ’s-Hertogenbosch gemaakt. Hierbij werkte hij toen volgens een vast patroon: onder meer de aanleg van een brede straat en de bouw van een kerk of kapel buiten het oude centrum. Het is dus heel goed mogelijk dat de kapel veel ouder is dan 1464, of een voorganger heeft die er eerder stond.
Na de vrede van Munster (1648) kwamen alle katholieke gebouwen onder toezicht van de Raad van State en de uitoefening van de katholieke eredienst werd verboden. Vanaf 1662 wordt de kapel in gebruik genomen als “raethuys”. Onbekend is hoeveel verbouwingen in het “raethuys” tot 1919 zijn uitgevoerd. Het werd op een gegeven moment ook gebruikt als gevangenis en als berging van de brandspuit. In 1919 volgde een ingrijpende verbouwing onder toezicht van Monumentenzorg. Het oostelijk gedeelte van het gebouw werd raadszaal; aan de andere kant werd een verdiepingsvloer met een trap naar kamers voor burgemeester en secretaris aangelegd. Verder werden hoog in de zijgevels enkele neogotische ramen aangebracht.
In 1956 was een nieuw gemeentehuis aan de Markt gebouwd. De kapel werd voor de symbolische prijs van één gulden verkocht aan het parochiebestuur, dat alles overdroeg aan een stichting. Opnieuw volgde een ingrijpende verbouwing met steun van de Rijksdienst voor Monumentenzorg. De grote ramen van 1919 werden dichtgemetseld en de verdiepingsvloer werd voor een groot deel gesloopt. Het torentje met een in 1713 gegoten klokje werd gehandhaafd; wijzerplaten werden aan de gevels bevestigd. De kapel is in 1958 ingewijd door mgr. W. Mutsaerts, bisschop van ’s-Hertogenbosch, en toegewijd aan “Onze Lieve Vrouw van de Kempen”.
In 1948 is er een groot feest geweest in Eersel, met herdenking van enkele jubilea. Bij deze gelegenheid schonk de burgerij gebrandschilderde ramen van Daan Wildschut. Ze dateren dus (bijna allemaal) uit de tijd vóór de verbouwing van 1957. In de korte toelichting die volgt, zijn de ramen van links (noordzijde) naar rechts genummerd en telkens van boven naar beneden toegelicht.
Gebroeders Hoeks gefusilleerd wegens verbergen van onderduikers / Joseph Schulte (uit Steensel) sneuvelt bij een mijnopruiming / bevrijding door de Welsh Division / arrestatie van de NSB-burgemeester.
Uit een ver verleden o.a. een wever en een landbouwer met ploeg / De adellijke Odrada plant een lindeboom (in de Lindestraat). “Eerselse variant” van de legende van de maagd, die in Balen (Belgische Kempen) als een Assepoester behandeld werd; zij stak daar ooit een takje in de grond, waardoor een bron ontstond en een lindeboom groeide. Ze zou jong gestorven zijn en begraven in Alem (Ned.) / wapen van Brabant.
De pest in Eersel / jaarlijkse bedevaart naar Werbeek volgens belofte in 1661, om verlost te blijven van de “pest” / hertog van Brabant, die in dertiende eeuw van Eersel een regionaal centrum maakte en later verhief tot “vrijheid” / wapen van Duizel.
De torens van Eersel, Duizel en Steensel / het wapen van mgr. J. de Haas uit Eersel, missiebisschop in Brazilië / Sint Willibrord met de parochiekerk van Eersel in de hand / wapen van Eersel.
De patroonheiligen van de kapel: Maria, Catharina (met het rad), Antonius (abt, met het varken) en Nicolaas / Hendrik van Eyck, die aan de bisschop van Luik vroeg om een kapel te stichten en hiervoor een jaarlijkse rente schonk (maar die echt niet de bouwer is van de kapel) / wapen van Hendrik.
Oude boerderijen / de “illustere heer” Engelbert, die zijn bezit in Eresloch (Eersel) in 712 of 713 aan Sint-Willibrord schonk / wapen van de abdij van Postel.
De bisschop van Luik, Onze Lieve Vrouw en de edelman Hendrik Haengreffs, die met een schenking de eerste stoot gaf voor de stichting van de kapel / stichting en herstel van de kapel op “oorkonde” / wapens van mr. Cornelis Hanegraaff (= familie Haengreffs) en Marie Antoinette Rouppe van der Voort, die dit raam in 1970 schonken bij gelegenheid van hun huwelijksinzegening in de kapel.[1]
Waardering
Hoog.
AfbeeldingenTekening van de kapel uit 1788 van Hendrik Verhees.
Noordzijde van de kapel in 1917. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / 14.763A.
Zuidzijde van de kapel in 1917. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / 14.764.
Noordoostzijde van de kapel in 1970. Fotograaf L.M. Tangel, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / 134.186.
Zuidzijde van de kapel in 1984. Foto Winfried Thijssen.
Het interieur van de Mariakapel begin jaren zeventig van de twintigste eeuw. Foto collectie Winfried Thijssen.
Foto Winfried Thijssen (2021-11).
Voetnoten[1] Thijssen, Christ; “De Mariakapel op de Markt van Eersel”, De Rosdoek 152, december 2014, pag.8-19.