Bescherming | Gemeentelijk monument |
---|---|
Monumentnummer | 4.31.2.014 |
Categorie | Agrarische gebouwen |
Oorspronkelijke functie | Boerderij |
Huidige functie | Dubbel woonhuis |
Inschrijving register | 10 september 2002 |
Oorspronkelijk bouwjaar | 1906 met een oudere kern uit het begin van de negentiende eeuw |
Boerderij van het Brabantse langgeveltype met dwarsdeel, thans dubbel woonhuis, uit 1906. Het pand bevindt zich even ten oosten van de bebouwde kom van Eersel, en is gesitueerd aan de zuidzijde van de Hazenstraat nabij de Y-vormige kruising met de Hoogstraat; een kleine buurtschap met overwegend boerderijen. Deze boerderij ligt op enige afstand van, en met de lange voorgevel evenwijdig aan de Hazenstraat. Aan de straatzijde bevinden zich twee vrijstaande bedrijfsgebouwen: rechts van de toegang tot het erf een schop annex stal en links een houten schuur.
Voormalige boerderij van één bouwlaag en zolderverdieping op langgerekt rechthoekig grondplan. De wit geschilderde bakstenen gevels zijn in kruisverband gemetseld en voorzien van een zwart geschilderde (gecementeerde) plint. Het wolfdak heeft de golvende noklijn evenwijdig aan de straat. Op de nok zijn een bakstenen schoorsteen en drie buisvormige rookkanalen geplaatst. Het dakschild aan de achterzijde heeft een lagere aanzet dan dat aan de voorzijde en is bovendien voorzien van twee niet oorspronkelijke dakkapellen. Het rieten dak heeft een voet van oud-Hollandse pannen (gesmoord aan de voorzijde, rood aan de achterzijde) en watert af via mastgoten.
Het oorspronkelijke woongedeelte (links) bezit in de linker beuk van de voorgevel één zesruits schuifraam met luiken van kraaldelen en in de rechter beuk een ingang (tweedelige deur van kraaldelen, bovenlicht met niet oorspronkelijke levensboom) en twee zesruits schuiframen met luiken van kraaldelen. Het oorspronkelijke bedrijfsgedeelte (rechts) bezit van links naar rechts een zesruits getoogd stalraam, een getoogde tweedelige staldeur met smeedijzeren beslag, een zesruits getoogd stalraam, een ingehakt rechthoekig meerruits venster, teruggeplaatste deeldeuren (nieuwe invulling) en twee nieuwe vierruits ramen.
De linker zijgevel heeft geen duidelijk metselverband en een geschilderde zwarte plint. In de eerste bouwlaag bevindt zich onder een blinde segmentboog een breed tweedelig kozijn met twee negenruits ramen en luiken (links) en een enkelruits raam met luik (rechts). Onder het wolfeind bevindt zich in de zolderverdieping eveneens een tweedelig kozijn met twee negenruits ramen. De gevel wordt afgesloten door een bloktandlijst.
De vernieuwde rechter zijgevel in staand verband heeft drie smalle getoogde muuropeningen die voorzien zijn van glas en opgeklampte getoogde staldeuren. Onder het wolfeind is een stroomlaag aangebracht.
De achtergevel bezit links een gepotdekselde uitbouw waarin vier nieuwe vierruits ramen, vervolgens de teruggeplaatste deeltoegang met nieuwe tuindeuren, vijf rechthoekige meerruits ramen, een ingang met gewijzigde meerruits invulling, twee gekoppelde vierruits ramen en een klein kelderlicht.
Het interieur van het oorspronkelijke woongedeelte is niet bezocht. Het voormalige bedrijfsgedeelte is als woonruimte in gebruik genomen en bezit nog vier restanten van ankerbalkgebinten.
Er zijn twee bijgebouwen: een schop en een schuur.
De schop annex stal op rechthoekig grondplan heeft een rieten zadeldak (aan de noordzijde met golfplaten afgedekt) met de nok evenwijdig aan de straat. De opgeklampte (stal-)deuren bevinden zich alle in de lange gevel tegenover de boerderij. De gevels bestaan deels uit wit geschilderde bakstenen muren met een geschilderde zwarte plint en deels uit beschoten wanden. De schop bezit ankerbalkgebinten waarop schaarspanten met overgekeepte tussenbalken. De gemetselde tussenwanden zijn niet oorspronkelijk.
De schuur op rechthoekig grondplan heeft een zadeldak met de nok loodrecht op de straat. Het dak is belegd met gesmoorde gebakken pannen. De wanden zijn gepotdekseld. In de lange gevel aan het voorerf bevindt zich een opgeklampte dubbele deur.[1]
HistorieIn 1832, bij de start van het kadaster staat op deze plek al een boerderij. Deze behoort dan toe aan Theodorus van Moll. Als hij in 1837 overlijdt, verkoopt de weduwe de boerderij aan Lucas Schellens (geb. 20-2-1790 te Eersel, overl. 26-4-1848 te Eersel). Na zijn dood in 1848 blijft zijn vrouw, Petronella Moonen (geb. 20-8-1786 te Eersel, overl. 29-4-1865 te Eersel) er nog wonen. Als ze overlijdt in 1865 gaat de boerderij over op de dochter, Hendrika Schellens (geb. 4-1-1816 te Eersel, overl. 27-11-1879 te Eersel) en haar man Johannes Waale (geb. 19-1-1810 te Bladel, overl. 25-7-1875 te Eersel). In 1880, als beide ouders overleden zijn, gaat de boerderij over op de dochter, Margaretha Waale (geb. 11-9-1854 te Eersel, overl. 27-9-1935 te Eersel). Zij is getrouwd met Peter Johannes van Breugel (geb. 14-7-1850 te Hoogeloon, overl. 31-10-1910 te Eersel). In 1906 wordt de boerderij vernieuwd. Wat dat precies betekent is niet met zekerheid vast te stellen, maar het zou kunnen dat de boerderij tot die tijd was opgebouwd uit wanden van twijgen met leem en dat in 1906 bakstenen muren geplaatst zijn. Het is mogelijk dat de oude gebinten wel hergebruikt zijn. Een jaar later wordt er nog een stal bijgebouwd. In 1921 wordt er nog aangebouwd. In 1922 komt de boerderij in handen van de dochter Elisabeth van Breugel (geb. 14-12-1891 te Eersel, overl. 6-4-1987 te Bladel). Zij was getrouwd met Petrus Johannes Maas (geb. 16-9-1887 te Eersel). Drie generaties was de boerderij overgegaan van vader op dochter, maar in 1969 wordt de boerderij verkocht aan Antonia Logemann en haar man Jacob van der Wulp die het dan alleen nog als woning gebruiken. In 2004 wordt het perceel in tweeën gesplits.[2]
WaarderingHet object heeft architectuurhistorische waarde
- als goed voorbeeld qua hoofdvorm van een voormalige boerderij, thans dubbel woonhuis, van het langgeveltype met dwarsdeel uit 1906. De indeling van de wit gesausde gevels is op onderdelen gewijzigd.
N.B.Nadere gegevens over het interieur zouden wellicht in positieve zin kunnen bijdragen aan de waardering.
Het object heeft stedenbouwkundige waarde
- als essentieel onderdeel van de kleine agrarische buurtschap Hoogstraat, waarin de boerderij en de bijgebouwen een karakteristiek en thans zeldzaam geworden ensemble vormen.
Het object heeft enige cultuurhistorische herinneringswaarde
- vanwege de voormalige agrarische bestemming, zoals die tot uitdrukking komt in de verschijningsvorm van de samenstellende onderdelen en de situering in een landschappelijk gebied.[3]
Hazenstraat 43 in 1981. Foto Wies van Leeuwen, collectie BHIC, nr. PNB001016179.
Foto Winfried Thijssen (2003-07).
Voetnoten[1] Beschrijving uit Omschrijving monumenten door Gelders genootschap, datum omschrijving oktober 1996, met aanpassing van het bouwjaar.
[2] Uit gegevens van het kadaster, gemeente Eersel, sectie B, 1832-1980, aangevuld met gegevens uit de burgerlijke stand van de gemeente Eersel, RHCE.
[3] Waardering uit Omschrijving monumenten door Gelders genootschap, datum omschrijving oktober 1996, met aanpassing van het bouwjaar.