Bescherming | Cultuurhistorisch waardevol gebouw |
---|---|
Monumentnummer | 4.24.9.001 |
Monument naam | Voormalige brandweerkazerne |
Categorie | Gebouwen, woonhuizen |
Oorspronkelijke functie | Brandweerkazerne |
Huidige functie | Garage, opslagloods, kantoor |
Oorspronkelijk bouwjaar | 1956 |
Situering
De voormalige brandweerkazerne is gebouwd in de kern van Eersel, in een dwarsstraatje van de oude hoofdas de Dijk. Tegenover de aansluiting van het Areven ligt langs de Dijk het plein met het gemeentehuis. Het brandweerkazernegebouw is overwegend noord-zuid georiënteerd met de nok van het dak parallel aan de straat. De westgevel grenst aan een bestrate stook langs de straat. Zuidelijk van de kazerne staat een nieuwbouw huis en daar weer zuidelijk van een oud pand op de hoek met de Dijk. Achter het pand grenst een parkeerterrein dat direct noordelijk van het pand een toerit heeft naar de straat. Noordelijk van deze doorrit staat het thans als uitvaartcentrum gebruikte voormalige Wit-Gele Kruisgebouw op de hoek met de Postakkers.
De markante slangentoren links achter het pand vormt vanaf de Areven en kruising met de Postakkers een heuse blikvanger.
Hoofdvorm
Het gebouw heeft thans een rechthoekige plattegrond en een opbouw bestaande uit één bouwlaag met een met rode verbeterde Hollandse pannen gedekt zadeldak. In de linkerhoek aan de achterzijde staat binnen het grondvlak een hoge rechthoekige toren die afsluit met een zadeldak over topgevels. Op de nok van het hoofddak staan twee gemetselde schoorstenen, de topgevel aan de noordzijde heeft een door de nok gestoken hals met een ezelsrugafdekking. Rechts van het midden op het voorschild staat een dakkapel met een 4-ruits draairaam en een, vanwege de dakhelling van ongeveer 40 graden langgerekt lessenaardak. Tegen de achtergevel staat een terrasoverkapping, bestaande uit een plat dak op stalen kolommen.
Constructies
De constructieve kern van het kazernegebouw bestaat uit gemetselde gevels met spouw en een drietal houten spanten met een zogenaamde hangwerkconstructie. De spanten dragen samen met de kopgevels en een brandgevel per dakvlak drie gordingen (die middels windschoren zijn afgeschoord naar de spanten) en een nokgording met op de gordingen dakplaten en de pannendekking. In het garagedeel liggen de spanten in het zicht. Het zuidelijke deel (zuidelijk van de garage) heeft een zoldervloer van holle bouwstenen met een cementafsmering. De vloeren van de begane grond betreffen stampbetonvloeren.
De toren heeft drie betonnen vloeren, rustend op betonnen ringbalken. De betonvloeren bezitten in het hart een vierkante sparing en voorts in de zuidwestelijke hoek een sparing voor de muurladder. De torenkap bezit een centraal spant met twee spantbenen met een haanhout. De spantbenen liggen in het dakvlak en zijn gekoppeld met twee gordingen en een nokgording. Op de gordingen ligt houten beschot.
Exterieur
De gevels van het oorspronkelijke deel bezitten een plint met trasraam gemetseld in halfsteens verband in machinale baksteen, waarvan een deel is gesinterd. De plint sluit af met een strook siermetselwerk bestaande uit afwisselend twee staande koppen en twee liggende koppen. Het opgaande werk daarboven is opgetrokken in een rode quasi handvorm baksteen in halfsteens verband. Bij de voorgevel sluit het gevelwerk boven af met een uitkragende laag steen (baksteenlijst) met daarboven in het “fries” stroomlagen (schuin geplaatste baksteen). De topgevels sluiten af met rollagen onder de gevelpannen.
Voorgevel (west)
Het linker deel van de voorgevel bezit drie grote rechthoekige openingen, waarvan de middelste later is verhoogd. De openingen bezitten een betonnen raamwerk met daarvoor een kunststenen (betonnen) omlijsting, bestaande uit diagonaal geplaatste, naar buiten wijkende stijlen (dagstukken) die een uitkragende betonnen deklijst ondersteunen. In de drie openingen zijn later niet oorspronkelijke sectionale deuren (roldeuren) geplaatst. Bij het verhogen van de middelste opening zijn de dagstukken verhoogd en is in het fries direct onder de goot een betonnen latei geplaatst.
Het rechter deel van de gevel bezit links een hoofdentree, bestaande uit een getoogde deur geplaatst in een opening met wederom een kunststenen omlijsting met een segmentboogvorm met schuin geplaatste dagzijden. De deur heeft een paneel in de borstwering en een getoogd vierdelig raam met figuurglas en een roedenkruis waartegen een smeedijzeren sierkruis is bevestigd. Rechts van de deur twee rechthoekige vensters aan de bovenzijde afgesloten door een betonnen deklijst en voorzien van lekdorpeltegels. In het houten kozijn is een 4-ruits stalen raam aanwezig waarvan de onderste raampjes als naar buiten draaiende delen zijn uitgevoerd.
Rechter zijgevel (zuid)
De rechter zijgevel is aan de rechter zijde in een later stadium bij toevoeging van de uitbreiding uitgebreid, door verhoging van de hier van oorsprong aanwezige, op de gevel aansluitende tuinmuur. De gevel was in zijn oorspronkelijke opzet blind uitgevoerd met in de topgevel een ruitvormig vlak omgeven door uitkragende bakstenen lijsten. De huidige vensters (één rechts van het midden beneden en twee in de topgevel) zijn ook van later datum.
Linker zijgevel (noord)
De linker zijgevel bezit op begane grondniveau een viertal hoog geplaatste vensters onder rollagen en met lekdorpeltegels. De houten kozijnen bezitten houten 4-ruits raampjes. Centraal in de topgevel bevindt zich een rond venster met een (vermoedelijk) betonnen 4-ruits rond raampje.
Achtergevel (oost)
De achtergevel betreft een jongere gevel waarbij getracht is om bij het metselwerk aan te sluiten bij het karakter van het metselwerk van de oorspronkelijke bouw, met een plint met een mix van gesinterde en ongesinterde steen en een halfsteens verband. De gevel heeft links twee vensters met een kruiskozijn met 2-ruits onderlichten en enkelruits bovenlichten. Rechts daarvan een hoog geplaatst rechthoekig toiletvenster (liggende rechthoek) met enkelruits raam. Links van de middenas is een brede doorgang aanwezig met twee deuren met enkelruits raam in het bovendeel en twee liggende enkelruits bovenlichten. De rechter heft van deze gevel is geheel blind uitgevoerd.
Torengevels
De toren telt vier bouwlagen. Van de toren is de oostgevel de hoofdgevel. De thans op de begane grond aanwezige brede rechthoekige opening met twee opgeklampte deuren is niet oorspronkelijk. De oorspronkelijke doorgang was smaller en sloot aan de bovenzijde af met een uitkragende getoogde waterlijst. Op de verdieping bevindt zich een rechthoekige opening onder een strek met daarin twee vlakke laaddeuren. De opening is nog oorspronkelijk, de deuren waren vermoedelijk oorspronkelijk opgeklampt (strokendeuren). Op de tweede verdieping bevindt zich wederom een nog oorspronkelijke laaddeuropening, hier onder een segmentboog met kuststenen geboortestenen. De in het getoogde kozijn opgenomen vlakke deuren zijn vermoedelijk in deze vorm niet oorspronkelijk. De deuren waren vermoedelijk oorspronkelijk opgeklampt (de tekening toont strokendeuren). Op de derde verdieping bevindt zich links en rechts een klein venster onder een rollaag met een enkelruits raampje. Midden boven deze vensters steekt uit de gevel een stalen hijsbalk (T-profiel). De gevel sluit af met een dubbele muizetandlijst en een rechthoekige lijst van twee lagen baksteen.
Van de zuidgevel is de onderbouw door de uitbreiding ingebouwd geraakt. Op de verdieping bevindt zich een venstertje onder een rollaag met in het nog oorspronkelijke kozijn een gewijzigd enkelruits raam (het oorspronkelijke 4-ruits raampje is in de toren opgeslagen). Op de twee verdiepingen daarboven bevinden zich twee grotere openingen onder rollagen met nog oorspronkelijke kozijnen, thans voorzien van een glasvulling maar oorspronkelijk gevuld met een ventilatierooster. De gevel sluit af met een dubbele muizetandlijst en een rechthoekige lijst van twee lagen baksteen. Met daarboven een driehoekige topgevel ook weer omlijst met dubbele muizetandlijsten en een rechthoekige lijst waarover de gevelpannen van de dakbedekking steken.
De noordgevel staat net als de oostgevel volledig vrij. Op de begane grond en de eerste verdieping bevindt zich een venstertje onder een rollaag met in het nog oorspronkelijke kozijn een oorspronkelijk 4-ruits raampje. Op de twee verdiepingen daarboven bevinden zich twee grotere openingen onder rollagen met nog oorspronkelijke kozijnen, thans voorzien van een glasvulling maar oorspronkelijk gevuld met een ventilatierooster. De gevel sluit af met een dubbele muizetandlijst en een rechthoekige lijst van twee lagen baksteen. Met daarboven een driehoekige topgevel ook weer omlijst met dubbele muizetandlijsten en een rechthoekige lijst waarover de gevelpannen van de dakbedekking steken.
De westgevel was wat betreft de onderbouw al van meet af aan tegen de achtergevel van het gebouw aangebouwd.
Op de verdieping bevindt zich een venstertje onder een rollaag met in het nog oorspronkelijke kozijn een gewijzigd enkelruits raam. Op de tweede verdieping bevindt zich een grotere opening onder een rollaag met nog een oorspronkelijk kozijn, thans voorzien van een glasvulling maar oorspronkelijk gevuld met een ventilatierooster. Op de scheiding tussen de tweede en derde verdieping bevinden zich drie ruitvormige nisjes, met een oranjekleurige gepleisterde vulling. Op de derde verdieping bevindt zich links en rechts een klein venster onder een rollaag met een enkelruits raampje. De gevel sluit af met een dubbele muizetandlijst en een rechthoekige lijst van twee lagen baksteen.
Interieur kazerne
Van de oorspronkelijke kazerne was ongeveer 60% van het oppervlak bestemd voor het garagedeel. Het andere deel omvatte de hal, kleedruimte, dwarsgang, toiletten en oefenlokaal. Dit deel bevatte tevens een zolder. Door latere verbouwingen en uitbreiding is bij het garagedeel één van de drie stallingsplaatsen afgescheiden en ingevuld met een magazijn met een zolderverdieping. Het andere deel is deels opnieuw ingedeeld en afgewerkt voor een kantoorfunctie, waarbij ook de voorheen ongedeelde zolder is ingedeeld in een grote ruimte en een naastgelegen installatieruimte, inclusief een nieuwe trap.
Van het interieur zijn dus thans maar weinig oorspronkelijke onderdelen bewaard gebleven, behoudens de eerder beschreven constructie-elementen (hangwerkspanten, holle bouwstenen zoldervloer).
Interieur slangentoren
De slangentoren is sinds het ontstaan nauwelijks gewijzigd. De binnenzijde van de gevels is vanaf de verdiepingen uitgevoerd in witte kalkzandsteen en de drie betonvloeren met hun sparingen voor de muurladder en in het verleden te drogen gehangen slangen zijn nog aanwezig. Rond de centrale sparingen (vide) zijn eenvoudige stalen balustraden geplaatst. De muurtrap met in de muur geplaatste stalen trapbeugels is nog aanwezig. Ook is op de derde verdieping nog een groot deel van het lierwerk en de stalen ophangconstructie voor de droging van de brandslangen aanwezig. Voorts staan op de diverse vloeren in de toren nog de oorspronkelijke laaddeuren, ventilatieroosters (raamwerk met gaasvulling) en draairaampjes opgeslagen.[1]
HistorieOp het terrein van het toenmalige politiebureau aan de Dijk langs het Areven werd in 1956 een nieuwe brandweerkazerne gebouwd naar het ontwerp van de Eerselse architect A.P.J.M. van Buul. De bouw werd gegund aan de laagste inschrijver, J. Hems uit Oostelbeers voor ƒ 57.487.[2]
De opening van de nieuwe kazerne vindt plaats op 13 oktober 1956.[3] Op een gegeven moment werd een nieuwe grotere brandweerauto aangeschaft die niet door de bestaande garagedeur paste. Toen werd de middelste deur verhoogd en werden de houten garagedeuren vervangen door modernere sectionaal deuren. Boven op de slangentoren stond oorspronkelijk de sirene van de brandweer, maar bij de vernieuwing van de sirenes in Nederland in 1993 is deze verwijderd. In de jaren negentig bleek de kazerne niet meer te voldoen aan de eisen van die tijd en werd besloten tot het bouwen van een nieuwe kazerne aan de Dalemsedijk, naast het politiebureau. Eind jaren negentig is deze gereed gekomen en in gebruik genomen. De oude kazerne aan het Areven werd verkocht aan de Woningstichting De Zaligheden, die het gebruikte als garage voor de onderhoudswagens en als opslagplaats.
WaarderingCultuurhistorische waarden
- De brandweerkazerne is van belang als bijzondere uitdrukking van een culturele en sociaal-maatschappelijke ontwikkeling (de diverse sinds de late negentiende- en eerste helft twintigste eeuw verder uitgewerkte taken en functies van het brandweerwezen in de maatschappij, de in die tijd verder ontwikkelde koppeling met andere overheidsdiensten, het onderscheid tussen beroeps- en vrijwillige brandweer).
- De brandweerkazerne is tevens van belang als bijzondere uitdrukking van een beleidsmatige en/of bestuurlijke ontwikkeling, waarbij na de oorlog verder ontwikkelde uitvoerings- en beleidsregels tot uiting komen in een bouwprogramma met een specifieke verschijningsvorm en bouwvolumen (garage, oefenlokaal en slangentoren als noodzakelijk geachte onderdelen in het functioneren).
Architectuur- en kunsthistorische waarden
- Er is in sprake van een belang van de brandweerkazerne voor de geschiedenis van de architectuur (een goed voorbeeld van de kort na de oorlog sterk in opkomst zijnde shake-hands architectuur) zeker op regionaal niveau.
- De brandweerkazerne is als markant en zorgvuldig ontworpen gebouw van enig belang voor het oeuvre van de vooral lokaal/regionaal actieve architect A. van Buul en neemt een bijzondere plaats in binnen zijn oeuvre.
- De brandweerkazerne is voorts van belang wegens de esthetische kwaliteiten van het ontwerp (evenwichtige verhoudingen en een boeiende bouwmassa met de op de achterhoek geplaatste slangenoren met zadeldak) in hoofdvorm en gevelbeeld.
- De brandweerkazerne bezit in de toren en in de straatgevel (omlijsting van garagedeuren en hoofdentree) een zorgvuldige detaillering die in het totaalbeeld een bepalende rol speelt en de vermenging van traditionalisme en modernisme (shake-hands) duidelijk toont.
Stedenbouwkundige en ensemblewaarden
- Er is sprake van een bijzondere betekenis van de brandweerkazerne van Eersel als een essentieel onderdeel van een groter geheel (de historische kern met twee hoofdlinten te weten de Markt en de Dijk, waarbij de kazerne werd geprojecteerd dicht bij de Dijk langs de verbinding Areven tussen de Dijk en de toen in ontwikkeling zijnde uitbreiding van Eersel noordelijk van de Dijk). Dit geheel is op regionaal niveau binnen de ontwikkelingsgeschiedenis van Eersel cultuurhistorisch en stedenbouwkundig van belang.
- De brandweerkazerne heeft een functie die eisen stelt aan de situering in het stedenbouwkundig concept, namelijk een plek aan een verharde weg centraal binnen het dorp.
- De brandweerkazerne heeft vanwege de markante toren te midden van de overwegend lage bebouwing een belang binnen het aanzien van het dorp of wijk. De toren vormt een beeldbepalend landmark en markant oriëntatiepunt.
- De brandweerkazerne vormt samen met het naast gelegen eveneens wat betreft de hoofdvorm markant Wit-Gele Kruisgebouw te midden van de woonbebouwing een belangrijk ensemble, zowel architectonisch als cultuurhistorisch.
Gaafheid / herkenbaarheid
- De brandweerkazerne heeft, zeker beschouwd vanaf de straat, nog een behoorlijk gaaf bewaard gebleven exterieur, dat de oorspronkelijke functie nog altijd duidelijk afleesbaar houdt (vanwege de garagedeuren en slangentoren). Het interieur is helaas sterk gewijzigd.
- De brandweerkazerne is van belang wegens de gaafheid van de stedenbouwkundige setting (in een ensemble van overheids- en maatschappelijke bebouwing, waarbij een koppeling met het Wit-Gele Kruisgebouw en politiebureau was voorzien) goed bereikbaar te midden van de oude kern en de uitbreiding.
Zeldzaamheid
- De brandweerkazerne van Eersel is van een thans zeldzaam geworden naoorlogs in de vakbladen getoond standaardtype voor dorpen uit de tijd dat de slangen nog te drogen moesten worden gehangen en de moderne ladderwagens nog niet waren geïntroduceerd.[4]
De brandweerkazerne vlak na de officiële ingebruikname in 1956. Foto collectie Frans Huijbregts / HSK De Acht Zaligheden.
Foto Winfried Thijssen (2022-11).
Voetnoten[1] Beschrijving uit: Drs. F.A.C. Haans, bnb, Cultuur- en bouwhistorisch onderzoek en monumentale waardenbepaling voormalige brandweerkazerne Areven 2a Eersel, 17-02-2021, hoofdstuk 3.
[2] Eindhovensch dagblad, 25 augustus 1955.
[3] Piet Hooijmaijers, e.a., Eersel in de twintigste eeuw. De burgemeester, december 2007, p.49.
[4] Waardering uit: Drs. F.A.C. Haans, bnb, Cultuur- en bouwhistorisch onderzoek en monumentale waardenbepaling voormalige brandweerkazerne Areven 2a Eersel, 17-02-2021, hoofdstuk 4.