Content |
De Volmolen in Waalre
Aan de grens van het grondgebied van het huidige kerkdorp Waalre bevonden zich vroeger twee watermolens van respectabele ouderdom, namelijk ‘de Loondermolen’ en ‘de Waalrese watermolen’. Deze laatste molen stond aan het einde van de Molenstraat. Hij wordt in de volksmond nog steeds ‘de Volmolen’ genoemd, naar een boeiende periode uit haar geschiedenis.
De Waalrese Volmolen zou al in 726 bestaan hebben, maar de eerste vermelding dateert van 1347. Hij werd toen namelijk uitgebreid tot een dubbele molen, waarvan de helft op grondgebied van Riethoven stond.
De toenmalige bezitter was de Abdij van Echternach, die ontginningen liet plaatsvinden waardoor de behoefte aan maalcapaciteit toenam. De Riethovense molen werd als oliemolen gebruikt en de Waalrese molen als korenmolen.
In 1792 echter kwam de molen in het bezit van Pieter Vreede, een lakenfabrikant uit Leiden. Die had in Tilburg al wevers aan de thuisarbeid. Door zijn patriottische sympathieën kreeg hij in Leiden politieke moeilijkheden en hij verplaatste daarom ook zijn lakenfabriek naar Tilburg.
Pieter Vreede gebruikte de molen als volmolen. Zelf vertrok hij in 1816 naar Antwerpen, maar zijn zoon bleef als molenaar in Riethoven wonen en overleed daar in 1846.
Tot 1876 bleef de watermolen in handen van de familie Vreede. Vervolgens bezat de familie Van Gastel de molen tot 1951. In 1962 werd de molen door een storm verwoest.
(In 1992 kwam het westelijke deel van de herbouw onder architect Ad van Empel gereed. Aan het oostelijke deel werd in 1994 begonnen, maar dit werd in 1995 door brand verwoest. In 1998 kocht de familie Hermans de molen. Sinds 2000 dient de molen als een kleine electriciteitscentrale. Het Waterschap De Dommel heeft bij de molen een vispassage aangebracht.)
Historie in kort bestek
- 1347 De Waalrese watermolen, eigendom van de abdij van Echternach, werd in leen gegeven aan Peter van Waderle.
- 1545 In een plakkaat van keizer Karel (10 april 1545) werd naar aanleiding van klachten over de waterpeil situatie bij de watermolens langs de Dommel, een verordening gegeven voor een groot aantal watermolens. Er is sprake o.a. van ‘de molen tot Waelre’ toebehorend aan Aert Heym.
- 1647 Twee schepenen van Waalre moesten bij de Waalrese watermolen compareren in verband met het vaststellen van de pegelhoogte.
- 1656 Bij een nieuwe visitatie werden de kosten omgeslagen per molen en werd de Waalrese molen aangeslagen voor 80 gulden. De Loondermolen kwam er af met 60 gulden.
- 1697 Bij inspectie was het peilmerk bij de Waalrese watermolen in orde.
- 1745 Peter Frans Danckers uit Valkenswaard belegde een deel van zijn geld, verdiend met het valkeniersbedrijf, in de Waalrese molen.
- 1772 Paulus van Lieshout kocht diverse aandelen in de watermolen en werd geleidelijk volledig eigenaar.
- 1792 Aankoop door Pieter Vreede van de Waalrese molen als volmolen.
- 1802-1816 Pieter Vreede sr. woonde in Waalre op de Volmolen. Zijn zoon Pieter Vreede jr. werkte als volmolenaar tot 1816.
- 1816-1842 Jan Baptist Jonkers, lakenvolder in de Waalrese Molen.
- 1816-1821 Frederik van den Bergh was volmolenaar op de Volmolen te Waalre en woonde in het huis op Riethovens grondgebied.
- 1826 Schatting volmolen waarde 25600 gulden. Er waren 8 volkommen en 2 spoelkommen.
- 1840/ 1845 Het vollen werd niet langer door watermolens gedaan, maar werd overgenomen door stoomkracht.
- 1856 De Waalrese molen werd via het Provinciaal Reglement (11 nov. 1856) toegestaan om drie openingen in de sluis te hebben, voor twee raderen.
- 1861 Peilhoogtebesluit van Gedeputeerde Staten t.a.v. Waalreschen molen met twee raderen.
- 1868 De molens waren nog steeds in eigendom bij de familie Vreede, fabrikant te Tilburg, maar de Waalrese molen had inmiddels geen belastbare opbrengst.
- 1875 Na het overlijden van Henri F.L.Vreede, kwam zijn weduwe Carolina d’Abel in het bezit van de molens, nu als ‘gebouw’ gekarakteriseerd. Bij de oliemolen was het gangwerk uitgebroken.
- 1876 Verkoop van de watermolen aan Petrus van Grinsven en Arnoldus van Gastel.
- 1877 Vergunning tot herstel van de graan en oliemolen aan Peter van Grinsven. Gemeentelijke twist met de burgerij over de slechte begaanbaarheid van de Molenstraat.
- 1880 Verbetering van de water afvoer in de Dommel tot aan de Loonder watermolen gereed.
- 1882 De waterafvoer van de Dommel boven de Loondermolen is nu ook verbeterd.
- 1894 Verkoop van de Waalreschen Molen (inclusief de oliemolen) voor 4950 gulden. De nieuwe eigenaar is Peter Johannes van den Eijnden, molenaar te Nuenen.
- 1895 Verkoop aan Franciscus van Gastel, winkelier te Waalre, later bakker.
- 1914 De oliemolen is gesloopt.
- 1915 Nol van Gastel werd molenaar, later opgevolgd door zijn jongere broer Harry.
- 1917 Grote overstroming van de Dommel met veel schade in Waalre.
- 1927 Tijdens controle van het waterpeil etc. wordt geconstateerd dat er slechts één waterrad aanwezig is.
- 1929- 1935 De molenaar Frits van Stekelenburg huurde de watermolen en begon een café bij de Volmolen.
- 1940 In mei werd de molen beschadigd door het opblazen van de brug. Na herstel draaide hij weer, niet alleen officieel maar ook klandestien tijdens de oorlog. De molenaar Harry van Gastel woonde in de boerderij de Volmolen.
- 1951 De graanmolen werd opgeknapt door Jan van Mierlo en verkocht aan mr Pastoors.
- 1960-1962 Activiteiten van een comité ‘Herstel Volmolen’.
- 1962 De Molenstraat werd verhard. Een najaarsstorm in december deed de Volmolen in elkaar storten.
- 1967 Oprichting van Exploitatie maatschappij ‘De Volmolen’ CV te Eindhoven, mede-eigenaar van de ruïne.
- 1968 Verkoop aan A. van Empel, architect, van de ruïne aan de Waalrese kant en van de oever aan de Riethovense kant.
- 1992/1994 WEDEROPBOUW VAN DE GEBOUWEN VAN DE WAALRESE WATERMOLEN!
|
Periode |
16de Eeuw (Renaissance) - 1500 tot 1600, 17de Eeuw (Gouden Eeuw) - 1600 tot 1700, 18de Eeuw (Verlichting) - 1700 tot 1800, 19de Eeuw (Industrialisatie) - 1800 tot 1900, 20ste Eeuw 1ste helft -1900 tot 1950, 20ste Eeuw 2de helft - 1950 tot 2000, Eerste Wereldoorlog - 1914 tot 1918, Tachtigjarige Oorlog - 1568 tot 1648, Tweede Wereldoorlog - 1940 tot 1945, en Vroege Middeleeuwen - 450 tot 1000 |