Content |
Uit Woord vooraf:
In 1949 kon ik, komende vanuit Limburg, nauwelijks beseffen, dat, mijn benoeming tot Rijkslandbouwconsulent te Eindhoven, een band voor het leven zou worden met de Brabantse boeren. Zo kort na de oorlog was er veel werk aan de winkel en het was een uitdaging om daaraan een bijdrage te mogen leveren.
Minister Mansholt stelde ons in staat om telkenjare nieuwe voorlichters aan te stellen. We leerden de beginselen van het voorlichtingsvak van de werkers van het eerste uur. Zij waren al in de crisisjaren voor de Tweede Wereldoorlog aangesteld. In onze taakstelling na 1950 groeiden we mee met datgene wat wetenschap en techniek ons aanboden, en dat was niet gering.Bovendien stond de Brabantse boerenbevolking open voor vernieuwingen en ze werden daarin krachtig gesteund door hun organisaties en instellingen.
Geen wonder, dat de Landbouwvoorlichting met zoveel jonge medewerkers enthousiast aan de slag ging om boeren en tuinders te laten delen delen in de groeiende welvaart. Een karwei dat nooit klaar was en waaraan velen zich tussen 1950 en 1985 met grote inzet hebben gewijd. Om daaraan met anderen leiding te hebben mogen geven beschouw ik als een uitverkiezing en is oorzaak van die band voor het leven.
Inhoud:
Woord vooraf
Verantwoording
Hoofdstuk 1 Een periode vol onzekerheden en beperkingen
Hoofdstuk 2 De situatie in 1950
Hoofdstuk 3 Veranderingen in de agrarische sector
Hoofdstuk 4 Vernieuwde aanpak en mogelijkheden
Hoofdstuk 5 Het drieluik onderzoek onderwijs en voorlichting
Hoofdstuk 6 De situatie in 1960
Hoofdstuk 7 Bedrijfsontwikkeling
Hoofdstuk 8 Landbouwsectoren
Hoofdstuk 9 Tuinbouwsectoren
Hoofdstuk 10 Beïnvloeding van de ontwikkeling
Hoofdstuk 11 De situatie in 1985
Slotbeschouwing
Samenvatting / Summary
Bijlagen
|