Titel | Kasteel Nemerlaer te Haaren |
---|---|
Omslag | |
Content | Inleiding: Het kasteel Nemerlaer ontleent zijn naam aan het woord “laer”, hetgeen open plek in een bos betekent en aan de Nemer: een riviertje, dat ten zuiden van het kasteel loopt. De straat, waarop twee van de drie oprijlanen uitmonden, werd de Gever genoemd. Naamkundigen, die zich op de bekende 18de/19de eeuwse wijze met het “verklaren” van namen bezighielden spraken in dit geval maar al te gaarne van de “Gever”, die zijn water aan de “Nemer”afstond. De oude namen van het goed wijzen echter in een ander richting. Wanneer de geschiedenis aanvangt, vindt men het als “den Emerlaer” of “den Amerlaer” aangeduid; in latere stukken spreekt men soms van “’t huys den Emer”of “den Emmer”. Inhoud:
|
Reeksnaam | Nederlandse Kastelen (deel 2) |
Auteur | Anton van Oirschot |
Uitgever | Nederlandse Kastelenstichting; Koninklijke Nederlandsche Toeristenbond ANWB |
Jaar | 1968 |
Aantal pagina's | 19 |
Rubriek | Algemene geschiedenis, Cultuurgeschiedenis, Economische en sociale geschiedenis, Gebouwen en architectuur, en Rechtsgeschiedenis |
Regio | Noord-Oost Brabant |
Plaatsnaam | Haaren |
Locatie | 02-6 |