Titel | Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie en het Iconographisch Bureau: Deel 40 (1986) |
---|---|
Omslag | |
Content | Inleiding Voor het eerst in de geschiedenis van het Centraal Bureau voor Genealogie treft U in het Jaarboek geen jaarverslag aan. De reden hiervan is dat het Bestuur heeft besloten om in plaats van een verslag over de periode 1 juli tot en met 31 juni voortaan een jaarverslag per kalenderjaar uit te brengen. Het jaarverslag over 1986 zal verschijnen in het Jaarboek van 1987. Het Bestuur heeft voor een nieuwe opzet gekozen in verband met het door het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC) ingevoerde systeem van budgettering. Het lijkt nuttig op deze plaats iets nader op dat systeem en de consequenties daarvan voor het Bureau in te gaan. Het budgetteringssysteem houdt in dat begrotingen en jaarrekeningen worden gekoppeld aan activiteitenplannen voor een kalenderjaar. Deze activiteitenplannen moeten op hun beurt weer passen in een door het Ministerie goed te keuren beleidsplan voor een langere termijn. De nieuwe systematiek van het budgettering heeft als voordeel dat WVC zich niet meer zal bezighouden met het beleid en beheer van het Bureau op onderdelen, mits dit past binnen de door WVC goedgekeurde beleids- en activiteitenplannen. De speelruimte voor het Bureau wordt derhalve iets groter. Hoewel het Bestuur positief staat tegenover de invoering van de budgettering is er een nevenverschijnsel, dat het Bestuur met zorg vervult. Gelijktijdig met de aankondiging van het nieuwe systeem, heeft WVC bericht dat er niet op kan worden gerekend dat het bedrag van de subsidie de komende jaren zal stijgen. Enkele jaren geleden kon het Bureau voor nieuw beleid en investeringen nog extra gelden toegewezen krijgen. Dit zal de eerstkomende tijd niet meer het geval zijn. Dit betekent dat, terwijl de vaste lasten naar verwachting zullen blijven stijgen, al het geld voor investeringen gerealiseerd zal moeten worden uit eigen inkomsten. Van de ruim 2,7 miljoen die het Bureau in 1985 omzette is bijna 2 miljoen subsidie. Zevenhonderdduizend gulden wordt opgebracht uit de inkomsten van publikaties, inlichtingen, verkoop van microfiches etc. Ook de bijdrage van de vrienden is van deze zevenhonderdduizend gulden een substantieel onderdeel. Hoewel een groot deel van deze gelden naar de vrienden terugvloeit door middel van het jaarlijks verschijnende Jaarboek, de vier keer per jaar verschijnende mededelingen, de lagere prijzen voor inlichtingen en publicaties en de vrije toegang tot de studiezalen, is deze vriendenbijdrage financieel van belang Uit het voorgaande is duidelijk dat het Bureau – wil het voortbestaan op dezelfde voet als nu – zijn investeringen en zijn reserveringen voor magere jaren bijna uitsluitend kan realiseren door de gelden die het ontvangt voor publikaties en inlichting. Dit betekent dat het Bureau zich steeds zakelijker moet opstellen wanneer diensten worden gevraagd. Een service ‘om niet’ zoals vroeger nog geregeld voorkwam, zal helaas niet meer mogelijk zijn. Het is duidelijk dat het Bureau deze extra inkomsten in de eerste plaats probeert te realiseren door de kwaliteit en kwantiteit van het aanbod en de service te vergroten. Hoewel verhoging van de contributie en leges in de toekomst wellicht niet steeds te vermijden zullen zijn, is het streven van het Bestuur er op gericht verhogingen te beperken met aanpassingen aan het kostenpijl. Het Bestuur prijst zich gelukkig dat het Bureau zich ook in de tweede helft van het jaar 1985 in een blijvende belangstelling van het publiek mocht verheugen. Het aantal bezoekers groeide met maar liefst 25%. Tevens is het buitengewoon verheugend dat een groot aantal vrienden zich heeft aangemeld om als vrijwilliger mee te werken aan de preservatie, de toegankelijkheid en de ontsluiting van diverse collecties. Het beheer van deze collecties kan al lang niet meer door het eigen personeel verzorgd worden. De resultaten, van deze, vaak door de massaliteit van de verzamelingen arbeidsintensieve en eentonige arbeid, zijn nu al zichtbaar. Onderzoek en beheer kosten daardoor aanzienlijk minder tijd. Duidelijk zal zijn dat de nieuwe ontwikkelingen ook een groot beroep doen op de staf. Het is niet steeds eenvoudig om bij een van dag tot dag doorgaande vraag vanuit de buitenwereld gelijktijdig koerswijzigingen te realiseren. Inhoud Ten geleide Centraal Bureau voor Genealogie – Ontwikkelingen tweede halfjaar 1985 Aanwinsten 1 juli 1985 – 30 1986 Iconografisch Bureau 1973-1986
Inhoud |
Reeksnaam | Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie (deel 40) |
Uitgever | Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag |
Jaar | 1986 |
ISBN | 90-70324-33-4 |
Aantal pagina's | 335 |
Rubriek | Genealogie en Hulpwetenschappen |
Regio | Nederland Overig |
Locatie | 02-5 |