Titel | De kaarten van de schuttersgilden van het Hertogdom Brabant, 1300-1800, 1e stuk |
---|---|
Omslag | |
Content | Uit Woord vooraf: Het oude Hertogdom Brabant e de schuttersgilden! Een eeuwenoude symfonie van feesten en vieringen, van op- en neergang, van fierheid en ergernis. Het edele Brabant als schouwplaats van de schitterende landjuwelen. Nadat hjet graafschap Vlaanderen met Brugge, Gent, Ieper en Kortrijk in verval geraakte, brak het uur van Brabant aan.Het Ancien Regime kende een andere politieke structuur dan heden ten dag. De Lage Landen voerden een eigen zelfstandige politiek, maar dit duurde niet lang. Zij hadden af te rekenen met de centralisatiepogingen van de hertogen van Bourgondië, maar deze vorsten konden hun ideaal niet volledig verwezenlijken. Het was de Habsburger keizer Karel V die de eer genoot de Zeventien Provincies tot één en ondeelbaar geheel te verenigen door de Pragmatieke Sanctie. In deze periode beleefde Antwerpen een Gouden Eeuw: economisch en cultureel was de Scheldestad het centrum van de Nederlanden geworden. Helaas, de opstand tegen Spanje betekende het einde van deze roemvolle periode. De val van Antwerpen in 1585 kan beschouwd worden als de praktische scheiding van Noord en Zuid. Het Verdrag van Munster bezegelde officieel het bestaan van een grens, die voortaan een volk verdeelde. Noord-Brabant werd een generaliteitsland bestuurd door de Staten-Generaal, terwijl de Zuidelijke Nederlanden als een wingewest behandeld werden zowel door de Spaanse als door de Oostenrijkse Habsburgers. En toch bleef de idee van Brabantse verbondenheid nazinderen onder de bevolking van het verdeelde Brabant, zelfs tot op de dag van heden. Oorlogen, plunderingen en andere rampen vermochten het niet het gildewezen te doen verdwijnen. Gegroeid uit een innerlijke behoefte van de mens die aan zijn bezorgdheid voor het welzijn van de gemeenschap gestalte gaf, zo bleven de gilden bestaan. Zij floreerden niet alleen in tijden van voorspoed, maar bleven verder leven in perioden van armoe, onderdrukking en misère; zij boden voor de leden een veilige toevlucht. Het was geenszins de bedoeling de geschiedenis van de gilden te beschrijven: het ontleden van de kaarten beoogde een analytische en geen synthetische studie. Inhoudsopgave: WOORD VOORAF ARCHIVALIA, BRONNENPUBLIKATIES EN LITERATUUR TER INLEIDING: WAT IS EEN KAART Hoofdstuk I: HET VERLENEN VAN KAARTEN_1. Gelijktijdig ontstaan van gilden en kaart_2. De instanties_3. Motivering_4. Aanvaarding_5. Bewaring_6. Jurisprudentie_Samenvatting. Hoofdstuk II: DE LEDEN_1. Soorten leden_2. Toetreding_3. Voorwaarden-4. Uittreden_Samenvatting Hoofdstuk III: HET BESTUUR_1. Samenstelling_2. De hoofdman_3. Dekens en gezworenen_4. De koning_5. De keizer_6. De knaap_7. Andere functies_Samenvatting |
Reeksnaam | Bijdragen tot de geschiedenis van het Zuiden van Nederland (Deel XCVI A) |
Auteur | Dr. E. van Autenboer |
Uitgever | Stichting Zuidelijk Historisch Contact |
Jaar | 1993 |
ISBN | 90-70641-46-1 |
Aantal pagina's | 361 (1e stuk) |
Rubriek | Algemene geschiedenis, Cultuurgeschiedenis, Economische en sociale geschiedenis, Media, Sociale groepen en groeperingen, en Volkskunde |
Periode | 16de Eeuw (Renaissance) - 1500 tot 1600, 17de Eeuw (Gouden Eeuw) - 1600 tot 1700, 18de Eeuw (Verlichting) - 1700 tot 1800, en Late Middeleeuwen - 1000 tot 1500 |
Regio | België Overig, Brabant Algemeen, De Kempen (B), en Limburg (NL) |
Collectie | Theo v.d. Ven |
Locatie | 04-2-18 |