Titel | Brabantse Humor op klompen |
---|---|
Omslag | |
Content | Voorwoord: De verhalen in dit boek heb ik verteld zoals van Gogh ze weleens geschilderd zou kunnen hebben. Iedereen kent zijn ‘aardappeleters’, het zijn Brabantse mensen. Hij heeft ze niet mooier gemaakt dan ze waren, nee, hij heeft ze in hun wezen gelaten, zoals we dat hier zeggen. Datzelfde heb ik geprobeerd te doen met mijn Brabanders. Ik heb ze gelaten als een rauwe bos aardappelen, waar het loof en zand nog aanzitten. Zo gauw ge die aardappelen gaat wassen en schillen en in reepkes gaat snijden, zoals ze dat doen bij frites, dan lijken ze allemaal op elkaar en dan hebt ge geen Brabanders meer. En ge weet ’t Brabantse verhalen zijn sterke verhalen, dat is hetzelfde. Ze moeten luisteren naar drie dingen: ze moeten overdreven zijn en onnozel en ondeugend. En toch blijven de Brabanders in de verhalen allemaal goeie mensen op een heel aparte manier in elkaar gefrot. Aan de voorkant lijken wij allemaal een beetje op een kerkorgel, en aan de achterkant op een kermisorgel als ge begrijpt wat ik bedoel. Ik heb weleens gedacht dat Onze Lieve Heer- als hij beter geweten had – misschien ook wel Brabander had willen zijn. Maar je dan was hij misschien boer geworden of sigarenmaker, ja misschien wel smokkelaar, jeneverstoker of stroper. En dat is toch weer heel wat anders als … pater. En zodoende. Daarom zou ik zeggen: geniet met ingetogen glimlach van deze met woorden geschilderde verhalen en proef de humor, de ziel van onze Brabantse goeie aard. Inhoud: Kort hout en maasteböllekes – Zielig noewjaor – Paosaaier g’ete – Wa’n vernakese hond’- D’r houwt e veugeltje – Jong’katte – Ne’t keminiefist geweest – Op weeze paasse – Ons klok – Ne’tStoam geweest – Ons huundje – Ons Triejn en den trein – Ons hennekooi – ‘nen Onverwochte gaast – Twee vèrrekes van jong’- Ons ouw kachel – Vliejge vange – Onzennoewen buurman – Ne de noew buurlui geweest – Toen onze vaoder störref – Vur Sintereklaos – Over Sinterekloas gesproke – ’t Is van alles – Knoesten en dikke klippels – Tante Bèt – Den blaowe Sjèf – ’t Maljeu – Ne den doap geweest – Bé de misdieners – Onze vekansie – Den ouwe sik |
Auteur | Johan Biemans |
Uitgever | Drukkerij-Uitgeverij De Kempen B.V.. Hapert |
Jaar | 1983 |
ISBN | 90 70427 11 7 |
Aantal pagina's | 131 |
Rubriek | Cultuurgeschiedenis en Taal en letterkunde |
Regio | Brabant Algemeen |
Collectie | Theo v.d. Ven |
Locatie | 01-4 |