Content |
NUGI 644; SISO 315.2; UDC 3-055.2(492.93)”18/19″
Inleiding:
Hoe leefde ‘ons moeder’ toen zij jong was, toen ze nog ‘ons Jet’ werd genoemd? Onder welke omstandigheden werkten Brabantse vrouwen in het verleden? Hoe richtten zij hun leven vroeger in?
Hoe werd zij opgevoed en hoe voedde zij later háár kinderen weer op? Welke werkzaamheden verrichtte zij in huis, het gezin, het bedrijf en de fabriek. Kortom, hoe richtte zij haar leven vroeger in?
In dit boek, waarin zeven artikelen over Brabantse vrouwen in de 19e. en 20ste eeuw zijn opgenomen, komen al deze vragen aan de orde. Zo wordt een indruk gegeven van het leven van Brabantse boerinnen, nonnen, kostschoolmeisjes, vroedvrouwen en journalistes. Hiermee wordt een stukje Brabantse vrouwengeschiedenis voor een breed publiek zichtbaar.
Inhoud:
Voorwoord
Inleiding
- Niet in haar kraam te pas. Kindermoord in het departement Brabant, speciaal in het arrondissement ‘s-Hertogenbosch 1811-183 door Maria Grever.
- Geen lusten zonder lasten. Huwelijk, seksualiteit en geboorten op de Kempische zandgronden, 1850-1940 door Jannie van Lieshout en Betty Rikken.
- Een boek lezen was tijd verknoeien. Meisjesonderwijs en vrouwenarbeid in Helmond en de Peel, 1918-1940 door Annette Mevis.
- Bruiden van Christus, moeders van de armen. Geloofsleven en werkzaamheden van de zusters van de Choorstraat. 1820-1875 door José Eijt.
- Van jonge juffrouwen en kwekelingen. Katholieke meisjeskostscholen in de eerste helft van de twintigste eeuw door Marieke Hilhorst.
- Roeien, baren en in de arbeid zijn. Vroedvrouwen in Noord-Brabant, 1880-1960 door Marga Pruijt.
- Een huwelijk is het einde van je carrière. Drie Brabantse journalistes bij de Tijd en de Volkskrant, 1945-1965 door Janneke Riksen.
- Literatuur
- Gegevens over de auteurs.
|