Bij de gratie Gods

Inleiding: ‘BIJ DE GRATIE GODS’

Waarom deze titel? Waarom deze gedichten? Ik weet het niet, of ik een juist antwoord geef met een andere vraag: Waarom deze bloemen? De bloemen aan de slootkanten, in de bossen onder het wilde loof? Ze werden verwekt door niets als zonneschijn, en hun verlangen is alleen maar de zon te zien. Ze werden net als de grootste bomen en de reusachtige rododendronstruiken in het leven geroepen bij de gratie Gods. Een kunstig geplande tuin, een ‘beschaafd’ grasperk, en de eeuwige sierboompjes en struiken, het kan wel eens té  werken.

Als Gezelle spreekt van:
O wilde en onvervalste pracht
der blommen langs de watergracht

Heeft hij misschien het één én het ander vergeleken. Waarom zou een minder ‘gecultiveerde’ bloem, minder bloem zijn?

En een minder gecultiveerd dichter….. Hoe zuigt dat wilde bloempje misschien nog gulziger dan zijn tam zusje gretig de sappen uit de eeuwig werkende boezem van Moeder Natuur? En zingt het in zijn wondere glans de lof van de hoge blauwe hemel, waarnaar het evengoed tracht! Beiden zijn bloemen, en beide ‘BIJ DE GRATIE GODS.’

Auteur Charel Baelemans is een telg van Brabant, en een bijzondere telg van de NEDERLANDEN. Hij werd geboren te Borgerhout (Antwerpen) op 23 november 1898. Woonde later in de Ankerstraat te Deurne, tot zijn twaalfde jaar. Als vroege wees verhuisde hij door intrekname bij familieleden naar Bladel, waar hij nu nog leeft (Charel Baelemans is in 1960 overleden) en bijzonder naar de letter en ook naar de geest… bloemen cultiveert.

INHOUD

Bij de gratie Gods (inleiding)   5
Als ik eens schilder was   7
Zeg, weet ge ’t nog?   9
Waarom al dees gedichtjes?  14
Doodshoofd  15
Een nichtje uit Antwerpen…  18
Mijn oude wekker  21
Mijn haren zijn al grijs  23
Mussenbezoek  26
Internationale soldatenparade in Lourdes  28
Primitieve gedachten  31
Inspiratie  32

Wie was Charel Baelemans? 

Charel werd in 1898 geboren in het Belgische Borgerhout, onder de rook van Antwerpen. Zijn ouders waren Johannes Baelemans, geboren in Zundert en Anna Cornelia van Sas uit Bladel. Zij trouwden in Antwerpen en gingen in Borgerhout wonen. Vader Johannes was brouwersgast van beroep. 

Charel’s ouders overleden jong en Charel kwam als twaalfjarig jongetje naar zijn tante Elisabeth (Elise) van Sas die met Cornelis (Neel) Adriaans was getrouwd. Neel was sigarenmaker, Elise herbergierster aan de Sniederslaan ter hoogte van huidig nummer 29. 

Charel werd later eigenaar en uitbater van de herberg, het was een gezellig stamcafé voor veel gasten. 

Vanaf zijn jeugd zette hij zich in voor het toneel in Bladel als actief lid van toneelvereniging Tavenu. Zijn grote liefde was het schrijven van gedichten en verhalen. Al op zijn vijftiende publiceerde hij in de Meijereijsche Courant. Er verschenen een aantal gedichtenbundels van zijn hand in diverse kranten en tijdschriften. Een van deze bundels, ‘Bij de gratie Gods’ was de inspiratie voor het beeld wat in het Charel Baelemanshofke staat. Charel overleed in 1982. Bladel eert hem met het Charel Baelemanshofke en -pad.