Voorwoord
Altijd hebben mensen al belangstelling getoond voor hun afkomst.
Reeds het Oude en Nieuwe Testament bevatten afstammingsreeksen. De wetenschap van de afstamming, de genealogie, werd in de middeleeuwen van zeer praktisch belang, toen de kerk huwelijksbeletselen van aan- en bloedverwantschap vaststelde en toen kandidaten voor hoogadelijke waardigheden moesten bewijzen het vereiste aantal kwartieren te bezitten. Ook moest men erfrecht met een stamboom kunnen staven. Reeds in de 13e eeuw kwamen ook familienamen in gebruik voor niet-edelen. Dit had tot grotere juistheid en duidelijkheid in de geslachtslijsten kunnen leiden, maar eerzucht verleidde dikwijls tot vervalsing, hetgeen aan genealogie eeuwenlang het predicaat van onbetrouwbaarheid verleende.
Thans houden vele amateurs zich bezig met genealogie. Een levendige materie met al die dode mensen.
Het feitelijke resultaat van al dit genealogisch speurwerk wordt weergegeven in de bundeling van kwartierstaten, die daarna volgt, voorafgegaan door een alfabetische index. Die bundeling vormt de neerslag van familierelaties vanaf omstreeks het jaar 1700.
Inhoud:
Deel I
. Geboekt van wieg tot graf
. Toponymie
. Antroponymie
. Genealogie
. Alfabetische index kwartierstaten
. Kwartierstaten 1 – 472
Deel II
. Kwartierstaten 473 – 968
Deel III
. Kwartierstaten 969 – 1464
|