Bescherming | Cultuurhistorisch waardevol object |
---|---|
Monumentnummer | 4.27.3.001 |
Monument naam | De Contente Mens |
Categorie | Losse objecten, ed. |
Oorspronkelijke functie | Beeld |
Huidige functie | Beeld |
Datering | 1957 |
Bronzen beeld van De Contente Mens, gemaakt in 1957 door Richard Bertels, naar het evenbeeld van Jantje Mollen uit Duizel. Het beeld staat symbool voor de Kempische mens. Dat is er een van het uitstervend ras. Hij is niet tegen het nieuwe, niet tegen de vooruitgang, niet tegen de aardse geneugten (getuige zijn van rookwaar uitpuilende zakken), maar tegelijk is hij levenswijs. Hij laat zich niets wijsmaken, verwacht niet te veel, en verheugt zich over het goede om hem heen. Dat alles vormt zijn tevreden, zijn content zijn.[1]
Historie
In 1948 had dorpsonderwijzer Piet Kwinten het lied geschreven: “In Eersel is een mens content”. Om dat gedicht meer te verbeelden werd bij de bouw van het nieuwe gemeentehuis in 1956 besloten om op het binnenplein een standbeeld van de ‘Contente Mens’ te plaatsen. Beeldhouwer Richard Bertels, die tevens opzichter bij de bouw van het gemeentehuis was, kreeg de opdracht. Duizelnaar Jantje Mollen stond model voor het beeld.
In 1957 werd het beeld feestelijk onthuld in de patio van het gemeentehuis. Eind jaren tachtig bleek het gemeentehuis aan de Markt al weer te klein te zijn en werd besloten tot de bouw van een nieuw gemeentehuis op de plaats van het klooster. In juni 1989 vond de verhuizing plaats. Diezelfde maand werd het beeld verplaats van de patio van het oude gemeentehuis naar de plek bij de boterlinde midden op het marktplein, waar het nu nog staat.[2]
Afbeeldingen
De Contente Mens rond 1970 in de patio van het gemeentehuis. Foto Gaston Remery, ansichtkaart collectie Winfried Thijssen.
Foto Winfried Thijssen (2022-02).
Voetnoten[1] H.C. Wintermans, “De Contente Mens – Jantje Mollen” in het boek ‘Drie Zaligheden, Eersel Duizel Steensel’, onder redactie van A. Dams e.a., De Kempen Pers, 1989, p.377-379.
[2] H.C. Wintermans, “De Contente Mens – Jantje Mollen” in het boek ‘Drie Zaligheden, Eersel Duizel Steensel’, onder redactie van A. Dams e.a., De Kempen Pers, 1989, p. 377-379.