Bescherming | Cultuurhistorisch waardevol gebouw |
---|---|
Monumentnummer | 4.24.9.002 |
Monument naam | Voormalig wit-gele kruisgebouw |
Categorie | Gebouwen, woonhuizen |
Oorspronkelijke functie | Consultatiebureau van het wit-gele kruis |
Huidige functie | Uitvaartcentrum |
Oorspronkelijk bouwjaar | 1959 |
Situering
Het voormalige Wit-Gele Kruisgebouw is gebouwd in de kern van Eersel, in een dwarsstraatje van de oude hoofdas de Dijk. Tegenover de aansluiting van het Areven ligt langs de Dijk het plein met het gemeentehuis. Het is overwegend noord-zuid georiënteerd met de westgevel met entree parallel aan de straat. Tussen de stoep en de west- en noordgevel ligt een voortuin met een bestrate strook voor de entree. Zuidelijk van het gebouw ligt een poortdoorgang naar het achterterrein van de zuidelijk van de doorgang gelegen voormalige brandweerkazerne. Aan de Postakkers grenzen naoorlogse woningen aan het voormalige wijkgebouw. De jongere achterbouw is toegankelijk vanuit het terrein achter de voormalige brandweerkazerne, waar ook parkeerplaatsen zijn ingericht.
Het thans als uitvaartcentrum gebruikte voormalige Wit-Gele Kruisgebouw ligt op een ruim perceel op de hoek met de Postakkers.
De markante slangentoren van de naast gelegen voormalige brandweerkazerne vormt samen met de markante lantaarn op het dak van het voormalige Wit-Gele Kruisgebouw een markant ensemble en een heuse blikvanger.
Hoofdvorm
Het gebouw heeft wat betreft de historische bouwmassa thans een rechthoekige plattegrond en een opbouw bestaande uit één bouwlaag met een plat dak met centraal op het dak een in grondvlak vierkante lantaarn met lage gevels met per gevel vier liggende rechthoekige vensters en een met leien in Maasdekking gedekt tentdak, met loden, in-gevlechte hoekkepers, bekroond met een ijzeren bol met een in smeedijzer gemaakte gestileerde haan.
Tegen de achtergevel staat rechts een aanbouw op een L-vormig grondvlak met een opbouw van één bouwlaag (iets lager dan de oudbouw) met een plat dak. Links achter het pand staat thans vrijstaand op een rechthoekig grondvlak de oude tot een open berging omgebouwde garage onder plat dak.
Constructies
De constructieve kern van het wijkgebouw bestaat uit gemetselde gevels met spouw waarop een betonnen plat dak is geplaatst. De onder het magazijn geplaatste kelder is geheel uitgevoerd in beton (wanden, vloer en plafond). De vloeren in het pand zijn ook van beton met jongere afwerking. De lantaarn heeft een tentdak met houten driehoekspanten. Hoe de opbouw van de lantaarn is, is niet geheel duidelijk. Aan de buitenzijde is ie afgewerkt met trespaplaat. Het plafond lijkt te zijn opgehangen aan stalen liggers die in een balkenkruis zijn bevestigd.
De dakrand van de gevels is opgebouwd uit prefab betonelementen per element bestaande uit een op een bloktandlijst rustende gootbak.
Exterieur
De gevels van het oorspronkelijke deel bezitten een plint met trasraam gemetseld in kettingverband in machinale geel/bruine en rode baksteen. De plint sluit af met een strook siermetselwerk bestaande uit een vrij vlakke muizetandlijst. Het opgaande werk daarboven is opgetrokken in een rode baksteen eveneens in kettingverband. De platvolle voegen zijn geborsteld. De gevels sluiten boven af met een uitkragende laag steen (baksteenlijst) met daarboven twee lagen steen en in het “fries” stroomlagen (schuin geplaatste baksteen). Daarop rusten de betonnen elementen met bloktand, een L-vormige lijst en een betonnen gootbak met waterhol die oversteekt en afsluit met een zinken kraal.
Voorgevel (west)
Het middendeel van de voorgevel bezit drie grote rechthoekige openingen, van elkaar gescheiden door tweesteens brede muurdammen. De openingen sluiten af met deels terugliggende betonnen lateien die direkt aansluiten op de betonnen daklijst en goot. Boven de drie openingen is een gezamenlijke betonnen luifel aanwezig die later is voorzien van een trespa-omkleding en aluminium trim.
De twee linker openingen bezitten aluminium vensterpuien (opgezet conform de oorspronkelijke stalen puien), met een gesloten borstwering en drie lichten met bovenlichten. Het middelste raam is breder dan de zijramen. De bovenlichten van de zijramen zijn als uitzetraam uitgevoerd. De rechter opening bevat de hoofdentree, thans met een niet oorspronkelijke vulling bestaande uit een houten drielichtkozijn met in het midden een deur met beglaasde panelen en een bovenlicht, geflankeerd door zijlichten met een gesloten borstwering en een bovenlicht.
De gevel bezit verder links en rechts een rechthoekig venster onder een rollaag met lekdorpeltegels en een conform het oorspronkelijke stalen raam opgezet aluminium tweelicht, waarvan het linker deel draaibaar is met een uitzetbaar bovenlicht.
Rechter zijgevel (zuid)
De rechter zijgevel kent enkele latere wijzigingen. Oorspronkelijk bevond zich rechts van het brede venster in het middendeel een zelfde venster met een gespiegelde verdeling dat thans in breedte is gehalveerd door dichtmetseling van de linker helft. Het hoge liggende rechthoekige venster (van de toiletten) bestond oorspronkelijk uit twee door een halfsteens brede muurdam gescheiden kleine venstertjes. Alle gevelopeningen sluiten ook hier af met rollagen en bezitten lekdorpeltegels. De gevel telt thans drie smalle vensters met een draairaam en bovenlicht (aluminium-kopieën van de stalen originelen) waarvan het tweede venster van rechts het eerder genoemde versmalde venster betreft. Het brede venster in het midden onder een rollaag met lekdorpeltegels heeft een conform het oorspronkelijke stalen raam opgezet aluminium tweelicht, waarvan het linker deel draaibaar is met een uitzetbaar bovenlicht.
Linker zijgevel (noord)
De linker zijgevel kent meerdere latere wijzigingen. Oorspronkelijk bevond zich in het middendeel een entree in een portiek, afgesloten door een betonnen latei met een getande decoratie. Rechts daarvan bevonden zich twee door een halfsteens brede muurdam gescheiden kleine venstertjes van toiletten. Alleen de vensters links en rechts bevinden zich nog op de oorspronkelijke plaats. Alle gevelopeningen sluiten ook hier af met rollagen en bezitten lekdorpeltegels. De gevel telt thans in het middengebied waar de portiek zat twee nieuwe naar het voorbeeld van de bestaande vensters opgezette vensters met een conform het oorspronkelijke stalen raam opgezet aluminium tweelicht, waarvan het rechter deel draaibaar is met een uitzetbaar bovenlicht. Links bevindt zich voor de plint nog de koekoek van de kelder.
Achtergevel (oost)
De achtergevel wordt thans voor een ruim de helft van het oppervlak links afgedekt door een jongere aanbouw. Bij de rechter helft zijn alle openingen later gewijzigd. Van de twee deuren is de linker in een nog iets latere fase aangebracht, met bij de rest van het gevelwerk detonerend metselwerk en voegwerk eromheen. Alleen het hoog geplaatste venster daar links van heeft nog de oorspronkelijke vorm met een later vernieuwd raam. De gevel bezat oorspronkelijk een reeks van zeven van deze vensters. Het smalle venster ernaast is in deze vorm ontstaan ten tijde van de toen toegevoegde achterbouw. Bij de toegevoegde achterbouw is getracht om bij het metselwerk aan te sluiten bij het karakter van het metselwerk van de oorspronkelijke bouw, met een plint met muizetand en een kettingverband. De baksteen is echter wel iets rozer dan de oorspronkelijke steen, waardoor ook de dichtzettingen en herstellingen in de oude gevels nog herkenbaar zijn.
Lantaarngevels
De lantaarn op het dak heeft vier identiek opgezette gevels. Alle vier de gevels worden afgesloten door een overstekende betonnen rechthoekige daklijst, opgebouwd uit elementen. De gevels bezitten vier liggende rechthoekige vensters met enkelruits stalen ramen. De dammen tussen de vensters zijn thans voorzien van een witte trespabeplating.[1]
HistorieIn 1958 werd de bouw voor een consulatiebureau aan het Areven uitbesteed aan aannemer Veraa uit Eersel voor ƒ 60.949, ondanks dat J.F. Buitels en Zn. uit Bladel een lager bod had uitgebracht, namelijk ƒ 59.600. Het ontwerp kwam van de Eindhovense architect A.H.J.M. Vermeulen[2], die van 1978 – 2008 in Eersel op Markt 54 zou komen wonen.
In 1959 is het gebouw in gebruik genomen. Het was eigendom van de Vereniging ,,Het Wit-gele Kruis” te Eersel. Deze vereniging bestond al sinds de jaren twintig van de twintigste eeuw en sinds 1931 was er ook een consultatiebureau voor zuigelingen, maar die was in een gebouw dat werd gehuurd.[3]
Later is deze wit-gele kruisvereniging opgegaan in Zuidzorg. Toen in 2010 het gezondheidscentrum Dolium in de nieuwe wijk Kerkebogten gereed kwam, verhuisde ook het consultatiebureau daarheen en kwam het gebouw op het Areven leeg te staat.
In januari 2014 kreeg het een nieuwe bestemming en werd het ingericht als uitvaartcentrum door Van den Berk & Loonen uitvaartzorg.[4]
WaarderingCultuurhistorische waarden
- Het wijkgebouw van de kruisvereniging is van belang als bijzondere uitdrukking van een culturele en sociaal-maatschappelijke ontwikkeling (in casu de ontwikkeling van de op medische en praktische gronden gebaseerde indeling van het kruisgebouw ten dienste van het publiek, uitdrukking van het optimistische geloof in een moderne gezondheidszorg) en van een beleidsmatige en bestuurlijke ontwikkeling (in casu de bestuurlijke ontwikkeling binnen de plaatselijke verenigingen in relatie tot het rijksbeleid en het gemeentelijk beleid). Het wijkgebouw in Eersel kreeg naast de basisvertrekken van de eerste wijkgebouwen ook reeds een tweetal spreekkamers/werkkamers van artsen en psycholoog, conform de uitbreiding van de geboden zorg in die periode.
Architectuur- en kunsthistorische waarden
- Er is in sprake van een belang van het wijkgebouw van de kruisvereniging voor de geschiedenis van de architectuur (een goed voorbeeld van de in de loop van de jaren 50 in met name Brabant sterk in opkomst zijnde Bossche School-architectuur).
- Het wijkgebouw van de kruisvereniging is als markant en zorgvuldig ontworpen gebouw van belang voor het oeuvre van de regionaal actieve architect Fons Vermeulen die een rijk geschakeerd oeuvre opbouwde waarin de voorliefde voor de Bossche School-architectuur een grote rol speelt. Vermeulen ontwierp twee wijkgebouwen, respectievelijk in Maarheeze en Eersel. Eersel neemt vanwege zijn opzet waarbij een modern doosvormig gebouw werd gecombineerd met de bijzondere lantaarn met tentdak een bijzondere plaats in binnen niet alleen zijn oeuvre, maar ook binnen de groep kruisgebouwen als geheel.
- Het wijkgebouw is voorts van belang wegens de esthetische kwaliteiten van het ontwerp (evenwichtige verhoudingen en een boeiende bouwmassa met de op het dak geplaatste lantaarn met tentdak met een smeedijzeren gestileerde haan als symbool van waakzaamheid ter bekroning en het levendige zorgvuldig gedetailleerde gevelbeeld.
- Het gebouw bezit in de prefab betonnen goot met lijstwerk een bijzondere zorgvuldig ontworpen detaillering, die kenmerkend is voor de Bossche School-architectuur en de naoorlogse bouwtraditie, waarin het werken met betonelementen als constructief- en sierwerk steeds meer gangbaar werd. Net als Jan de Jong beperkte ook Fons Vermeulen zich bij zijn architectuur door de tijd heen steeds meer tot een verder abstraheren en beperken van het gebruik van ornamenten. In de vroege werken van deze stroming, zoals dit wijkgebouw, wordt het ornament vooral nog toegepast bij metselwerk of betonnen elementen boven de entrees (hier was bij het portiek in de zijgevel een gedecoreerde betonnen latei aanwezig) en bij daklijstdetails. Het belang van goede proporties in de gevels en ruimten kreeg steeds meer de nadruk.
Stedenbouwkundige en ensemblewaarden
- Er is sprake van een bijzondere betekenis van het wijkgebouw van Eersel als een essentieel onderdeel van een groter geheel (de historische kern met twee hoofdlinten te weten de Markt en de Dijk, waarbij de kazerne en kort daarna het daarnaast gebouwde wijkgebouw werden geprojecteerd dicht bij de Dijk langs de verbinding Areven tussen de Dijk en de toen in ontwikkeling zijnde uitbreiding van Eersel noordelijk van de Dijk). Dit geheel is op regionaal niveau binnen de ontwikkelingsgeschiedenis van Eersel cultuurhistorisch en stedenbouwkundig van belang.
- Het wijkgebouw had een functie die eisen stelt aan de situering in het stedenbouwkundig concept, namelijk een goed bereikbare, goed zichtbare plek op een straathoek centraal binnen het dorp.
- Het wijkgebouw heeft vanwege de markante opzet met de lantaarn op het dak, gelegen op een hoek te midden van de overwegend lage bebouwing een belang binnen het aanzien van het dorp en wijk.
- Het Wit-Gele Kruisgebouw (wijkgebouw) vormt samen met de naast gelegen eveneens wat betreft de hoofdvorm markante brandweerkazerne met de toren te midden van de woonbebouwing een belangrijk ensemble, zowel architectonisch als cultuurhistorisch.
Gaafheid / herkenbaarheid
- Hoewel de verschillende gevels van het gebouw in meer of mindere mate zijn aangepast zijn die aanpassingen zoveel mogelijk in stijl gebeurt waardoor ze niet in negatieve zin opvallen, met uitzondering van de linker deur met omliggend metselwerk in de achtergevel.
- Het gebouw heeft, zeker beschouwd vanaf de straat, nog een behoorlijk gaaf bewaard gebleven exterieur, dat de oorspronkelijke functie nog altijd duidelijk afleesbaar houdt.
- Het wijkgebouw is van belang wegens de gaafheid van de stedenbouwkundige setting (in een ensemble van overheids- en maatschappelijke bebouwing, waarbij een koppeling met de brandweerkazerne en politiebureau was voorzien) goed bereikbaar te midden van de oude kern en de naoorlogse uitbreiding.
Zeldzaamheid
- Gebouwen van de kruisverenigingen zijn thans langzaam maar zeker een zeldzame verschijning aan het worden, en binnen de groep van naoorlogse kruisgebouwen onderscheidt het voorbeeld in Eersel zich door zijn zorgvuldige detaillering en de opmerkelijke opzet met een doosvormige opbouw waaraan op het dak een markante lantaarn met leien tentdak is toegevoegd.[5]
Het Areven in 1966 met op de achtergrond het wit-gele kruisgebouw en de brandweerkazerne. Foto Jos Pé, collectie RHCe, foto 11821.
Foto Winfried Thijssen (2023-08).
Voetnoten[1] Beschrijving uit: Drs. F.A.C. Haans, bnb, Cultuur- en bouwhistorisch onderzoek en monumentale waardenbepaling voormalig Wit Gele Kruisgebouw Areven 4 Eersel, 23-2-2021, hoofdstuk 3.
[2] Eindhovensch dagblad, 10 oktober 1958 en archief Gemeentebestuur Eersel, subsidieverlening wit-gele kruis 1958-1960, toegang 10330, inventarisnummer 481.
[3] Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche courant, 4 september 1928 en 7 mei 1931.
[4] Eindhovens Dagblad, “Afscheid nemen doe je met je hart”, 15 januari 2015.
[5] Waardering uit: Drs. F.A.C. Haans, bnb, Cultuur- en bouwhistorisch onderzoek en monumentale waardenbepaling voormalig Wit Gele Kruisgebouw Areven 4 Eersel, 23-2-2021, hoofdstuk 4.