Titel | Boerderijen in Noord-Brabant – Aspecten van behoud en verbouw |
---|---|
Omslag | |
Content | Waarom werd dit boekje samengesteld? Voor wie is het bestemd? Wat kan de lezer er in vinden? Onderstaand wordt in het kort een antwoord gegeven op deze drie vragen. Het eens zo rijke en gevarieerde bestand aan boerderijen in Noord-Brabant onderging in de laatste decennia een drastische verarming. In kwalitatief opzicht doordat allerlei ontwikkelingen in de agrarische sector botsten met de ruimtelijke mogelijkheden van de traditionele boerderij. Vergaande mechanisatie en grootschaligheid noopten tot verbouwingen, uitbreidingen en vaak tot het betrekken van een complete nieuwbouw. Ook de moderne wooneisen vroegen om de nodige aanpassingen. Een en ander heeft geleid tot een groot verlies. Verminking en afbraak reduceerden op drastische wijze het Brabantse bezit aan karakteristieke boerderijen. Daarmee ging de schoonheid en aantrekkelijkheid van de provincie voor een groot deel verloren. Bij dit alles blijft het helaas niet. De jongste prognoses met betrekking tot de verdere ontwikkeling van de agrarische sector wijzen in de richting van verhevigde afstoting van bedrijven. Nog meer boerderijen zullen hun agrarische functie verliezen, met alle gevolgen van dien. Reeds lang is er het verschijnsel van de zogeheten burgerbewoning van boerderijen, soms door één, steeds meer door twee gezinnen. De daarmee verband houdende verbouwingen vergen, voor zover het gebouwen in het buitengebied betreft (in tegenstelling tot de bebouwde kom), een verklaring van geen bezwaar van de zijde van de provincie. De verantwoordelijkheid voor de feitelijke zorg en begeleiding van een verbouwingsaanvraag is sinds 1 januari 1989 niet langer een taak van de provincie. Die verantwoordelijkheid is nu bij de gemeente gelegd. De provincie heeft nog slechts een toeziende taak Die verandering in verantwoordelijkheid is mede aanleiding deze brochure op te stellen. De bemoeienissen van vóór 1 januari l989 leverden omvangrijke documentatie op bij het provinciaal bestuur. Bestudering en bewerking van dit materiaal vormde de grondslag van deze publicatie. Het ligt in de bedoeling deze uitgave onder de aandacht te brengen van overheden, instanties en particulieren, betrokken bij behoud, verbouw, restauratie en herstel van boerderijen. Met name de Boerderijenstichting Noord-Brabant en de Stichting Brabants Heem vervullen daarbij een functie. Op deze wijze komen grotere aandacht voor het boerderijenbestand, meer inzicht in de bouwtechnische en volkskundige waarden, en zo een meer verantwoorde aanpak van het behoud daarvan, hopelijk tot stand. INLEIDING Boerderijen bepalen nog altijd het beeld van ons cultuurlandschap. Sinds onheuglijke tijden heeft boerenarbeid woeste natuur veranderd in akkers en weiland. De menselijke ingreep verstoorde evenwel het biologische evenwicht niet of nauwelijks: er bleef een harmonische samenhang bewaard met essentiële elementen zoals bodem, waterhuishouding en vegetatie. De boer vestigde zich op plekken die optimale resultaten van zijn arbeid beloofden. Daar bouwde hij zijn hoeve, functioneel, afgestemd op bedrijfsvoering. huisvesting van de veestapel en berging van te verwachten oogsten. De traditionele plattelandsbouwkunst wordt gekenmerkt door een verwevenheid van het functionele met het vormgevende, het constructieve met het expressieve, het doelmatige met het schone. Deze bouwkunst is, zoals een halve eeuw geleden de grote kenner van de landelijke bouw Jan Jans al schreef, ‘het uitdrukken van ontroering in nuttigheidsvormen’. We moeten wel bedenken dat de eenvoudige bouwers niet streefden naar artistieke expressie van individuele of gemeenschappelijke bewogenheden. Zij bouwden zó praktisch mogelijk, met materialen die de natuur hen in hun omgeving aanreikte. Het resultaat verbaast ons echter nog steeds en dwingt onze bewondering en respect af. Het is zinvolle ‘architectuur zonder architect’. Voor wie zijn ogen de kost geeft, valt veel te leren uit de situering en bouw, omvang en vormgeving van een oude boerderij. Zij is een bron van kennis voor de heemkundige. Tegelijk geeft zij hem, maar ook zoveel anderen, het genot van het bewonderen, het ondergaan van de vele aspecten van zo’n hoeve. Met het erf, de omringende beplanting, karschop, bakhuis of schuur vormt zij een gave eenheid. Ook met het traditionele landschap: dit wordt verrijkt, gesierd door de traditionele boerderijen. Recreatie en toerisme zijn niet voor niets zo hecht geworteld in die streken van ons land, waar nog het gave oude landschap, compleet met onbedorven boerderijen, te zien en te genieten valt. Het behoud van het boerderijenbezit is een zaak met vele kanten: culturele, sociale èn economische, ook al blijkt dat laatste soms niet op het eerste gezicht. Maar uitgerekend in een provincie als Noord-Brabant, met mede op het platteland gericht toerisme, mag de economische uitstraling van het recreatief bezoek niet worden onderschat. Er is dus alle reden om veel zorg en aandacht te besteden aan de boerderijen. Hoe dat in de praktijk tot stand kan komen, wordt in dit boek uiteengezet. INHOUD:
|
Auteur | R. Kortlang, H. Verwiel |
Uitgever | Afdeling Voorlichting en Representatie van de provincie Noord-Brabant |
Jaar | 1989 |
Aantal pagina's | 78 |
Locatie | 6-06-7 |