Het Boerenhuis in Nederland en zijn bewoners (Tekst)

Uit Inleiding:

In de dagen toen de Romeinen met de toenmalige bewoners van deze streken kennis maakten, was hier geene eenheid, evenmin op ethnographisch als op politiek gebied. Politiek maakten de Romeinen van een deel  van het land, zoo goed en zoo kwaad als het ging, eene eenheid door de landen bewesten Eems en IJsel onder hun imperium te brengen: een feit dat zeker van grooten invloed is geweest voor de beschaving der bewoners, die hierdoor reeds in nauwer verbinding met hunne zuidelijke buren kwamen dan met de in het oosten wonende volken, waarmede sommige dezer stammen door afkomst nauw verwant waren.

Op ethnografisch gebied was er geene eenheid, en dit was waarschijnlijk ook de reden dat,  toen de romeinsche macht zich uit deze streken terugtrok, er zich geen afzonderlijke staat en zelfs geen statenbond vormde. Enkele stammen wisten zich eene grootere macht ook over andere te verschaffen; hier en daar ontstond eene politieke of dynastieke verbinding, maar de politieke eenheid zou eerst later door strijd geboren worden. Ook thans nog, al zijn de verschillende deelen tot een staatkundig geheel samengegroeid, zijn er verschillen waar te nemen in zeden en gewoonten, in overoude volksgebruiken, in taal en godsdienstige opvattingen, die in de vroegere toestanden, in oude volksverschillen hun grond hebben.

Inhoud:

I. Het Boerenhuis in Nederland en zijne bewoners, door Prof. Gallée – Inleiding – Het Friesche huis – Zuiderzee-type, gemengd Friesch type – Het halle-type – Het langgevel-type – Het Zeeuwsche type – De Zuid-Limburgsche hoeve – De Bewoners (Type en kleeding – Versierselen)

II. Het Rundvee. Door Iman G. J. van den Bosch

III. Korte karakteristiek der Noord-Nederlandsche tongvallen, door Prof. Dr. J. te Winkel

IV. De bevolking van Nederland in hare Anthropologische samenstelling, door Prof. Dr. L. Bolk